92 — March 2024

Scène uit Soylent Green (1972). Geregisseerd door Richard Fleischer. Beverly Hills: Metro-Goldwyn-Mayer

Heaven is a Place on Earth

Obe Alkema

Op Instagram deelde iemand in zijn stories een tijdlijn van sciencefictionfilms waarin het jaar van uitkomen afgezet werd tegen de jaartelling in de film. Paul Verhoevens Robocop verscheen in 1987 en speelt in 2015. Dat was op moment van schrijven zeven jaar geleden en inmiddels negen. Mijn favoriete film, Luc Bessons The Fifth Element, kwam uit in 1997 en speelt in 2263 – een verschil van 266 jaar dat we pas over 240 jaar overbruggen, ervan uitgaande dat er tegen die tijd nog een mens is om het mee te maken. Bij het jaar 2022 staat een rode pijl en de tekst ‘YOU ARE HERE’. De film die zich in dit jaar afspeelt, verscheen bijna vijftig jaar eerder: Richard Fleischers Soylent Green (1973). Een jubileum en dus reden voor het EYE om de film te programmeren en reden voor mij om op 12 juni 2022 naar de bios te gaan.

Het New York van 2022 dat in Soylent Green geschetst wordt, is een helse woestijn die zucht onder een permanente hittegolf. Water en proviand zijn onvoldoende voorradig en onbetaalbaar wanneer het wel te verkrijgen is. Tientallen miljoenen behoeftigen en daklozen bevolken de stad. Het hoofdpersonage, rechercheur Robert Thorn, moet zich op de gang van zijn gebouw door massa’s heen manoeuvreren om de voordeur te bereiken. De elite, afgeschermd in goed beveiligde woningen, ontbreekt het aan niets. De rest moet het doen met een vreemd soort beschuit of koekjes: Soylent Green. Het product is gemaakt van plankton, maar het productiebedrijf houdt de precieze receptuur geheim. (Moet je willen weten wat je precies naar binnen werkt? Dat ik niet weet wat er precies in Coca-Cola of een frikandel zit, werkt ook in mijn voordeel.) Het bedrijf gaat over lijken: een van de bestuursleden wordt vermoord, uit vrees dat hij de waarheid over Soylent Green zou onthullen. Het moordonderzoek brengt aan het licht dat de oceanen stervende zijn en dat Soylent Green daarom niet van plankton gemaakt kan zijn. Alhoewel: het wordt van een ander soort plankton gemaakt. Menselijke resten. Lichamelijke overschotten uit gevangenissen en euthanasieklinieken worden ingezameld bij afvalverwerkingsbedrijven en uiteindelijk verwerkt tot Soylent Green. Inderdaad: “Soylent Green is people!”, zoals Thorn uitroept aan het slot van de film, in de hoop dat de waarheid zich verspreidt, terwijl hij zelf zwaargewond afgevoerd wordt.

In hoeverre klopt Fleischers verbeelding van 2022? Op nieuwjaarsdag 2022 verscheen een factcheck, waarvan de strekking was dat we ons nog niet zo’n zorgen hoeven te maken. Dat kun je alleen maar zeggen als je je bevindt op een plek waar Fleischers New York, zijn wereld vol hitte en honger geen werkelijkheid is. We zijn wel hard op weg. Geen biscuitjes van menselijke resten, wel een maaltijdvervangende shake met de naam Soylent. Geen grootscheepse hongersnood in het westen, wel verzuring van de oceanen. In de film rijden bulldozers op menigtes mensen in en ruimen zo een plein leeg – zo ver is het hier nog niet. Wél opwarming van de aarde. Geen massale euthanasie, wel massaverdoving. “So in conclusion: We’re living in a dystopian world already”, zoals een ander artikel samenvat. Is de toekomst van Soylent Green al hier?

*

Het is de euthanasiekliniek die rondspookt in mijn herinnering. De inrichting is clean en sober, afgestemd op de klant. Het individu staat in de spotlights. Wanneer je voor je laatste adem gekozen hebt, meld je je bij een van de balies. Er wordt gevraagd naar je favoriete kleur en muziek, waarna je een krabbeltje zet op het aanvraagformulier. De dienstverlening is onberispelijk. Het is een alledaagse procedure. De behoeften van de cliënt staan centraal. De rest van het proces verloopt uiterst gladjes en humaan. Schokkend humaan eigenlijk. De dood is een gewelddadig moment, maar deze euthanasiekliniek zaait daar met haar service en faciliteiten twijfel over.

Het was altijd al eenvoudig om dood te gaan, maar in Soylent Green is dat nog gemakkelijker dan een pakket versturen of een trein nemen. De staat faciliteert euthanasie, niet op een passieve manier door clandestiene praktijken te gedogen, maar op een actieve wijze door een hele bureaucratie op te tuigen. Een grootscheepse en zakelijke organisatie van de dood, een goed geoliede machine. Je gaat gewoon naar een loket en even later is het geregeld. De logistiek is goed georganiseerd, zoals je mag verwachten in een hyperkapitalistische samenleving, en goed ingebed in de maatschappij. Euthanasie is niet alleen gangbaar en sociaal geaccepteerd, maar wordt soms zelfs aangemoedigd, niet alleen om een eind aan persoonlijk lijden te maken, maar ook om overbevolking tegen te gaan.

Een van de hoofdpersonages, Sol, gaat naar een kliniek, nadat hij achter de waarheid over Soylent Green gekomen is. Hij gaat “naar huis”, zoals hij op zijn afscheidsbriefje schrijft. Hij meldt zich bij de balie, vraagt voor de zekerheid of het echt twintig minuten duurt en wordt daarna door een andere medewerker naar de zaal van het einde geleid. Sol neemt plaats op een bed waarvan het hoofdeinde omhoog is gezet. Uitzicht op een groot panoramascherm, een soort ScreenX avant la lettre. Sol krijgt geen beelden uit zijn eigen leven te zien, waarvan wel gezegd wordt dat die tijdens het sterven voorbij flitsen. We zien wiegende tulpen in de wind, beekjes, vogels die een zonsondergang tegemoet vliegen. Bij de balie koos Sol voor ‘light classical’ muziek, dus we horen Beethoven. De natuurbeelden laten de Aarde van voor de vernietigende klimaatverandering zien. De wereld zoals die ooit was, de wereld die Sol zich herinnert, waar hij naar verlangt, waarvan hij het verlies zo diep voelt, ook tijdens zijn laatste adem. Het script zegt: ‘Bloemen recapituleren hun levenscycli in regenbogen van kleur.’ Thorn is net op tijd voor een laatste gesprek met Sol. “Is het niet mooi? Ik zei het je toch,” zegt Sol. “Hoe kon ik dat weten? Hoe kon ik het me ooit voorstellen?”

In de kliniek ontdoet men de dood van haar gewelddadigheid door het proces zo aangenaam mogelijk te maken. Je vergeet even dat er iemand op sterven ligt. Sol sterft een mooie dood, zo mooi dat ik me afvroeg of de geëuthanaseerde wel geweld aangedaan wordt. Er wordt geen dwang op hem uitgeoefend, hij heeft zelf de keuze gemaakt. Maar dat kan niet los gezien worden van het grotere verhaal, van de samenleving die tot op het einde invloed is blijven uitoefenen en die euthanasie zo schokkend ongecompliceerd faciliteert. Sol is zo depressief en ontluisterd door het achterhaalde geheim dat hij geen andere uitweg meer ziet. Deze kant van het verhaal houdt men in de kliniek buiten beeld. Ik gebruik ‘men’, omdat dat het voornaamwoord van de bureaucratie is. Er gaat iets complotterigs van uit.

Op YouTube vind ik de scène gemakkelijk terug. De uploader schrijft zo te willen sterven. Een van de reacties luidt: “Take it in fellow Millennials. This is how we’re gonna go out.”

*

In Soylent Green is euthanasie draaglijk en zelfs begerenswaardig gemaakt. In de aflevering “San Junipero” (S3E4) uit de Netflix-serie Black Mirror is doodgaan overbodig geworden.

In deze aflevering uit 2016 is de stand van de wetenschap inmiddels zo ver gevorderd dat doden kunnen voortleven in een simulatie. Ze worden geüpload in een cloud. De dood is niet alleen van haar gewelddadigheid, maar ook van haar onomkeerbaarheid ontdaan. Mensen op weg naar hun laatste adem kunnen alvast een kijkje nemen in San Junipero om erachter te komen of ze er na hun dood permanent willen verblijven, maar mogen dat maar een beperkte tijd per week doen, omdat deze “immersive nostalgia therapy”, effectief toegepast voor de behandeling van Alzheimer, verslavend werkt: je zou de simulatie, dat nostalgische walhalla, altijd verkiezen boven het echte leven – en nog voor dat echte leven voorbij is. Maar is dat echt zo?

We volgen Kelly en Yorkie die elkaar in een bar ontmoeten. Kelly is vaste gast, maar het is Yorkies eerste keer. Ze voelt zich uitermate onwennig in het uitgaansgebied van San Junipero, maar laat zich wel op sleeptouw nemen door Kelly. De producers zijn flink losgegaan op het nostalgieorgel, want de jaren tachtig komen aantrekkelijker dan ooit voorbij. De kleding, de esthetiek, de muziek. Zoek de “San Junipero – Black Mirror – Expanded Playlist” maar op: hit volgt op hit volgt op hit. Soms bevinden we ons in de jaren negentig of dat heerlijke jaar 2002. Een aanplakbiljet van The Bourne Identity, een hit van Kylie Minogue. Kelly en Yorkie worden verliefd op elkaar, maar ze hebben andere verwachtingen: Kelly wil plezier hebben, terwijl Yorkie haar oefenrondje op zaterdagavond, wanneer ze een paar uur in de simulatie is, wil omzetten in een langer verblijf. Hier wil je toch nooit meer weg? Yorkie wil geen toerist meer zijn en zich voegen bij de grote meerderheid die voorgoed gemigreerd is. Kelly wil dat pertinent niet en dat heeft alles te maken met wat er in haar leven buiten de simulatie heeft plaatsgevonden.

Ook buiten de simulatie ontmoeten Kelly en Yorkie elkaar. Kelly reist af naar Californië en komt er daar achter dat Yorkie al veertig jaar in coma ligt. Haar religieus-conservatieve familie reageerde heel slecht op haar coming-out, waarna ze (zichzelf) tegen een boom aan reed. Vandaar dat ze in de simulatie geen Top Speed wil spelen en The Smiths’ Girlfriend in a Coma niet wenst te horen. Vandaar dat ze niet weet hoe ze zich moet gedragen in een uitgaansgelegenheid. Haar door afwezigheid schitterende familie ligt ook dwars om haar wens tot euthanasie in vervulling te laten gaan, vandaar dat ze met Greg, een van de verplegers, zal trouwen, zodat die wens alsnog gerealiseerd kan worden en ze definitief kan overgaan naar San Junipero. Kelly neemt Gregs plaats in, maar geeft, wanneer ze Yorkie weer spreekt in de simulatie, duidelijk aan dat zij zich niet bij haar voegt, wanneer ze komt te overlijden. Buiten de simulatie leefde zij bijna vijftig jaar met dezelfde man, met wie ze bovendien een heftig rouwproces doormaakte, nadat hun dochter kwam te overlijden. Haar man zou niet in de simulatie kunnen voortleven als dat zonder zijn dochter was en Kelly is dezelfde mening toegedaan: “Wil je voor altijd ergens doorbrengen waar niets ertoe doet?” Wanneer het haar tijd is, zal zij “gewoon” sterven. Maar zo simpel is het niet, want Yorkie doet ertoe en zij blijft er voor eeuwig toe doen in de simulatie.

Dood, maar eeuwig levend, zolang de techniek niet hapert. Waarom zou je daarvoor kiezen? Op zijn blog schrijft Christopher D. Walker over de lege hemel en hedonistische hel van San Junipero: “the people of San Junipero are digital spectres haunting an information netherworld, clamouring for lives they once had but will never experience the same way again.” Dan klinkt de eeuwigheid uitermate beangstigend. Ik denk aan mijn data die voor altijd in de cloud bewaard blijven. Een deel van ons is al onsterfelijk. Wil ik me daarbij voegen? Nee, natuurlijk niet, maar dan denk ik weer aan het leven dat de hoofdpersonages in de simulatie leiden en de liefde die ze bij elkaar vinden, terwijl “Heaven Is a Place On Earth” uit de boxen schalt. Dan klinkt de eeuwigheid uitermate heerlijk en ieder geval beter dan de eeuwigheid van de dood.

*

Een kliniek als die uit Soylent Green en “San Junipero” trof ik ook aan in Maarten van der Graaffs tweede roman Onder asfalt (2022). In zijn wereld die zo’n veertig jaar in de toekomst ligt, zijn we wandelende webbrowsers, waarbij we door tabbladen (“velden”) bladeren. Op straat kun je een “fotoveld” laten bepalen wat interessante beelden zijn. Je kunt een deel van je velden verhuren aan commerciële partijen om de user experience te verbeteren. Je realiteitservaring wordt er nog immersiever van. Ngo’s reageren, zoals altijd, gealarmeerd “over fieldfarms, waar mensen bestolen werden van dat wat volgens de universele rechten van de mens hun onvervreemdbaar eigendom was, de mentale ruimte die door hun geboorte aan de wereld was toegevoegd”. De keerzijde van deze velden is dat ze ook kunnen instorten, net zoals een browser kan crashen door te veel openstaande tabbladen. Dan word je in het Veldhuis opgenomen met SFDS: sudden field deterioration syndrome. Je zit voorgoed opgesloten in je velden, het is niet te verhelpen, behalve door veldverwijdering, met de dood tot gevolg. Anders laat de dood langer op zich wachten, wanneer de velden volledig ingestort zijn.

De mogelijkheid tot toerisme, zoals die in “San Junipero” bestaat, komt ook in Onder asfalt voor. Naasten kunnen in een “ervaringsruimte” toegang krijgen tot de ingestorte velden. Dat wordt een autopsie genoemd. Ze willen weten wat er in hun dierbare omgaat. Ze zijn benieuwd of de veldkwaliteit nog goed genoeg is. Hoe leefbaar is die nieuwe wereld, opgebouwd uit zoekgeschiedenis, veldgedrag, geconsumeerde media en “iets wat naar aanleiding van interviews met familieleden en vrienden werd omschreven als ‘herinneringen en onbestemde verlangens’”? Soms blijkt het een schimmenwereld te zijn, soms blijft de wereld dicht bij iemands herinneringen en zijn die hooguit licht vervormd, zoals in het geval van Rolf. De wereld waarin zijn partner opgesloten zit, heeft veel weg van de aantrekkelijke nostalgische wereld van San Junipero. Zijn vorige geliefden, familie en vrienden zijn er, niet zoals ze er echt uitzagen, “een beetje verstoord, een beetje anders en vreemd, maar ze waren het wel.” De enige die ontbreekt, is Rolf zelf, wat hem ertoe brengt voor veldverwijdering te kiezen.

*

In “San Junipero” kiest Kelly er uiteindelijk voor om zich bij Yorkie in de simulatie te voegen, ondanks de keuze van haar man voor de vergetelheid. Happy end! Maar stel je voor dat Kelly niet voor de simulatie gekozen zou hebben. Zou Yorkie, als zij dat van tevoren geweten zou hebben, dan even vastberaden voor San Junipero gekozen hebben? Was dan voor haar de simulatie ook een wereld waar niets ertoe zou doen?

*

Het laatste wat Sol ziet en hoort, zijn sussende beelden en klassieke muziek die hem de realiteit die hem tot zijn ultieme keuze bracht doen vergeten. Maar vergeten, kan dat vandaag de dag nog? Er worden aanhoudend en met onze instemming grote hoeveelheden data aan ons onttrokken die het ons ook nog eens onmogelijk maken om onze handel en wandel te doen vergeten.

In een andere aflevering van Black Mirror, “The Entire History of You”, wordt alles wat je waarneemt opgeslagen, waardoor een persoon zijn herinneringen opnieuw kan afspelen. Het geheugen hoeft niet feilloos te zijn, want je spoelt gewoon even terug. Je hebt geen geheugen nodig, want je hebt iets beters: informatie. Dat is de grondstof voor de wereld waarin je terechtkomt als je velden instorten, als je je laat uploaden in een simulatie.

Frappant genoeg werkt informatie net vergeten en verdwijnen in de hand, zoals Maël Renouard in Fragments of an Infinite Memory (2016) schrijft, aangezien een detail waar je naar zoekt verzwolgen is in een enorme massa data. Dan ga je toch nog eens op zoek? Misschien tref je wel iets aan in andermans herinneringen. De makers van “The Entire History of You” gaan niet zo ver, maar Jennifer Egan in The Candy House (2022) wel. In deze roman kun je niet alleen je eigen herinneringen opnieuw afspelen, maar ook je bewustzijn en geheugen uploaden in het collectieve bewustzijn, een grote vergaarbak van ieders willekeurige herinneringen, een uitpuilende database van dode informatie. Maar ook hier geldt Renouards opmerking die ik ook bij Byung-Chul Han tegenkwam:

[I]n deze tijd wordt het geheugen gepositiveerd tot een dataopslag met van alles en nog wat, tot een rommelzolder of een ‘loods, tot de nok gevuld met massa’s van allerlei ongeordende, slecht bewaarde beelden en afgetrapte symbolen’. Alle dingen in zo’n loods liggen gewoon naast en op elkaar; ze zijn niet gelaagd. Een loods kent geen geschiedenis. Hij kan zich niets herinneren en hij kan niets vergeten.

In deze wereld is alles transparant geworden, in de betekenis die Han er in De transparante samenleving (2012) aan geeft. De negativiteit, inherent aan de dood, wordt teruggedrongen ten gunste van het optimale, zodat alles zich soepeltjes voegt naar “het rimpelloos stromen van kapitaal, communicatie en informatie”. Niets heeft nog weerhaakjes, niets is nog ambivalent of complex. Alles is hetzelfde, zoals het avondje uit in “San Junipero”, vaste prik op zaterdagavond, duidelijk maakt. Alles is operationeel en gladgestreken. Dat geldt zelfs voor de dood, want je hoeft niet eens meer dood te gaan. Volgens Han zijn wij “ondoden”, te dood om te leven en te levend om te sterven.

*

Ik heb de laatste daad van Sol een aantal keer herbekeken op YouTube, niet alleen omdat het zo’n mooie scène uit Soylent Green is, maar ook om te doorgronden wat er nu eigenlijk gebeurt, wat hem overkomt. Zo kwam ik erachter dat deze scène nog veel betekenisvoller is dan ik aanvankelijk dacht. De acteur die de rol van Sol vertolkt, Edward G. Robinson, overleed tien dagen na het opnemen van deze scène aan kanker. In een comment onder één van de filmpjes lees ik dat de natuurbeelden er pas tijdens de postproductie in gemonteerd zijn. Robinson heeft zich dus moeten inbeelden wat er op het scherm te zien was. Zouden dat ook natuurbeelden geweest zijn of was het toch zijn eigen leven dat aan zijn ogen voorbij flitste?