39 — November 2019

Buffy the Capitalist Slayer

Dominique De Groen

Zestien jaar nadat de laatste aflevering op televisie kwam is Buffy the Vampire Slayer nog steeds populair bij cultuurwetenschappers. De cultserie, waarin Buffy Summers het zeven seizoenen lang opnam tegen vampiers en demonen, werd uitgebreid bestudeerd vanuit de meest uiteenlopende invalshoeken: intertekstualiteit, identiteit, feminisme, postmoderne esthetiek, queer theory, postkoloniale theorie, het creatieve gebruik van slang en jongerentaal in de serie.1 Het veld van Buffy studies of Buffyology heeft een uitgebreide overzichtspagina op Wikipedia,2 en er bestaat een online academisch tijdschrift (Slayage) dat volledig gewijd is aan BtVS en, in mindere mate, andere series van bedenker Joss Whedon, met artikels als “‘The Hardest Thing in This World Is to Live in It’: Identity and Mental Health in Buffy the Vampire Slayer”,3 “‘It’s About Power’: Buffy, Foucault, and the Quest for Self”,4 en “Imaginary Para-Sites of the Soul: Vampires and Representations of ‘Blackness’ and ‘Jewishness’ in the Buffy/Angelverse”.5 Buffy Summers zelf is inmiddels een feministisch icoon geworden, het epitoom van ‘girl power’. Sommige andere invalshoeken zijn in dit studiedomein echter onderbelicht gebleven. Zo laat Buffy zich niet alleen lezen als een feministisch, maar ook als een marxistisch icoon. Hier lijkt, op een handvol internetmemes na,6 bijna niets over geschreven te zijn. Eén stuk, met de intrigerende titel “Gothic Capitalism: Marx, Monsters and Buffy”, bevindt zich toepasselijk genoeg achter een paywall. Er rest me dus geen andere optie dan de productiemiddelen te grijpen en zelf een marxistische interpretatie van Buffy neer te pennen.

“Anne”: what you gain in labour, I lose in substance

We moeten nochtans niet diep graven om tot een antikapitalistische lezing van de serie te komen: bepaalde afleveringen zijn heel expliciet in hun kritiek op het huidige economische systeem. In “Anne”, waarin Buffy haar thuisstad Sunnydale tijdelijk ontvlucht is en in L.A. verblijft, ontdekt ze dat jongeren die op straat leven op mysterieuze wijze verdwijnen en nooit meer teruggevonden worden.7 Tegelijkertijd komt ze in de nachtelijke straten opmerkelijk veel bejaarde daklozen tegen, die schijnbaar gek geworden zijn en allemaal hetzelfde mantra herhalen: “I’m no one.” Wanneer ze op onderzoek uitgaat, ontdekt ze dat de jongeren ontvoerd worden naar een andere dimensie, een zogenaamde “hell dimension”, waar ze gedwongen worden als slaven te werken voor een klasse van demonen. Wanneer ze oud en zowel fysiek als mentaal volledig uitgeblust zijn, worden ze terug onze wereld in geworpen. Tussen het verdwijnen van een tiener en diens terugkeer als een bejaarde, opgebruikte huls van zichzelf zit slechts één dag. Zoals een van de demonen uitlegt: “Time here moves more quickly than in your dimension. A hundred long years will pass here – on Earth, just a day. (…) you’ll die of old age before anyone wonders where you went.”

Dit narratief lijkt wel een variatie op bepaalde passages in Das Kapital. Steeds weer keert Marx terug naar het idee dat de arbeider door het kapitaal wordt leeggezogen, beroofd van zijn vitaliteit, en dat zijn levensduur drastisch vermindert. “What you gain in labour”, schrijft hij, sprekend in naam van de arbeider, “I lose in substance.”8 Hij citeert daarbij een arts uit een rapport over de arbeidsomstandigheden van pottenbakkers in North Staffordshire: “They become prematurely old, and are certainly short-lived.”9 Dit mag niet verbazen, stelt hij, want “(c)apital cares nothing for the length of life of labour power.”10 Het enige waar het om draait, is de maximale hoeveelheid arbeid uit een werkdag persen. Dit doel wordt bereikt “by shortening the extent of the labourer’s life, as a greedy farmer snatches increased produce from the soil by robbing it of its fertility.”11 Op die manier leidt de kapitalistische productiemethode tot de voortijdige uitputting en dood van arbeidskrachten, door ze op steeds kortere tijd alsmaar intenser uit te buiten. Anders gezegd: indien een kapitalist een hell dimension te zijner beschikking zou hebben die hem de mogelijkheid zou geven om op één dag een heel leven aan arbeid uit een werkkracht te persen, en zo de levensspanne van die werkkracht te verkorten tot die ene dag, dan zou hij, volgens Marx, niet twijfelen. Er staan genoeg werkkrachten klaar om de vrijgekomen plaatsen in te vullen.

Gelukkig maar dat werkgevers vandaag niet meer zo redeneren, of toch niet ‘hier’. De vergelijking met door demonen uitgebuite tieners gaat misschien op voor arbeiders ten tijde van de Industriële Revolutie, of voor arbeiders in de sweatshops en mijnen van Azië, Afrika en Latijns-Amerika, maar toch niet voor het hedendaagse Westen? Toch?

Niettemin bestaat er in Japan, toch geen ontwikkelingsland, een speciaal woord (‘karoshi’) voor ‘dood door overwerk’ – zo vaak komt het fenomeen daar voor. Vaak gaat het om jonge mensen, twintigers en dertigers, die bijvoorbeeld 72 uur aan een stuk gewerkt hebben om een deadline te halen of een project rond te krijgen. Maar we hoeven het zelfs niet zo ver te zoeken: in België zijn de burn-outcijfers de afgelopen vier jaar met 39% gestegen, en het afgelopen decennium met 85%.12 Het woord ‘burn-out’ zelf is veelzeggend en, als je erbij stilstaat, behoorlijk gruwelijk: mensen worden ‘opgebrand’ door hun werk. Waar er in “Anne” een stervend en opgebruikt lichaam overblijft, suggereert het woord burn-out een smeulend hoopje as. De beeldspraak is anders, het resultaat hetzelfde. Zoals Buffy’s jongere zus Dawn zou zeggen: “same diff.” What you gain in labour, I lose in substance: die regel lijkt onveranderd, welke vorm dat verlies van substantie ook aanneemt. Volgens de geschiedkundige en politicoloog David McNally, die de link tussen kapitalisme en monsters bestudeerde, is dit effect geen uitwas, maar een inherente eigenschap van het kapitalistische productiesysteem. Dit soort “risks to bodily integrity (…) inhere in a society in which individual survival requires selling our life energies to people on the market.”13 We verkopen geen product dat we gemaakt hebben; het product dat we verkopen zijn wij zelf, onze energie en mentale capaciteiten. En het is in het belang van de werkgever, hoe ethisch die ook moge zijn, om de hoeveelheid energie die ze iedere dag aan haar werknemers onttrekt, te maximaliseren. Dit, stelt Mark Steven, die in zijn boek Splatter Capital de vergelijking maakt tussen kapitalisme en een bloederig subgenre van de horrorfilm, is wat het kapitaal iedere dag weer met ons allen doet: “predators are consuming our life substances.”14

In “Anne” stelen de demonen niet alleen de levenskracht van de ontvoerde tieners, maar wissen ze ook hun identiteit uit. “You work and you live. That is all”, zegt een van de demonen. “Whatever you thought, whatever you were, does not matter. You are no one now. You mean nothing.” Vervolgens vraagt hij alle tieners om hun naam te zeggen. Alleen door gedwee “no one” te antwoorden vermijden ze de zweep. Deze uitwissing weerspiegelt het verlies van individualiteit als gevolg van wat Marx de abstrahering en homogenisering van arbeid onder het kapitalisme noemt. Waarde, stelt hij, wordt gecreëerd door arbeid, maar het maakt daarbij niet uit welke arbeid precies, of wie hem uitvoert. Alle concrete en nuttige vormen van arbeid worden gereduceerd tot één soort arbeid: “human labour in the abstract”.15 Deze abstracte arbeid is “a mere congelation of homogeneous human labour, of labour power expended without regard to the mode of its expenditure.”16 En het is deze uniforme, homogene, abstracte, kwantificeerbare arbeid die “the substance of value”17 vormt, belichaamd in alle koopwaar op de markt. Er valt iets voor te zeggen dat de uitvlakking van de individuele werkkracht en diens specifieke arbeid nu nog extremer is dan in de tijd waarin Marx schreef. Productieprocessen worden steeds meer geüniformiseerd, steeds meer gestroomlijnd volgens protocols die de efficiëntie verhogen. Denk bijvoorbeeld aan de strakke scripts die callcenter-medewerkers moeten volgen, of aan de order pickers in de magazijnen van Amazon, die gestuurd worden door de bevelen van hun scanner, wier pad door het magazijn exact getraceerd wordt en die iedere gebruikte seconde moeten kunnen verantwoorden. Net als de ontvoerde tieners zijn deze werkkrachten anoniem, niet omdat ze hun naam hebben moet opgeven maar omdat hun persoonlijkheid en individuele arbeid volledig zijn uitgevlakt door moderne productieprocessen.

Wanneer Buffy zelf in de hell dimension belandt, leidt ze een opstand en bevrijdt ze de werkers van de demonen die hen uitbuiten. Haar wapens? Een hamer en een sikkel. Haar strijdkreet, “Anyone who’s not having fun here, follow me”, is het nieuwe “Workers of the world, unite!”.

Het is misschien kort door de bocht om meteen te concluderen dat Buffy een marxistische revolutie van het proletariaat heeft geleid. Net zo goed zouden we deze aflevering kunnen interpreteren als een kritiek op de onderdrukking van het Russische volk onder het Stalinisme, op de uitvlakking van individualiteit onder autoritaire of fascistische regimes, of als het verhaal van een Amerikaanse heldin die de gulags bevrijdt, en zouden we het gebruik van hamer en sikkel dus als louter sarcastisch kunnen lezen. Ik denk echter van niet. Zeven seizoenen lang loopt de rode draad van de antikapitalistische kritiek door de serie.

“Reptile Boy” en “Band Candy”: the rich really are different

In de aflevering “Reptile Boy” blijkt de studentenvereniging Delta Zeta Kappa, die uitsluitend bestaat uit rijke jongens, betrokken te zijn bij de mysterieuze verdwijning van enkele tienermeisjes.18 In de ontknoping wordt duidelijk dat ze van plan zijn de meisjes te offeren aan de demon Machida, een soort van humanoïde slang, en dat in ruil voor rijkdom en succes. “And if he is pleased with our offerings”, incanteert hun leider Tom, terwijl Machida zich dreigend over de vastgeketende meisjes buigt, “then our fortunes will increase”, waarop iedereen in koor verkondigt: “Machida, let our fortunes increase”.

Aan het einde van de aflevering, nadat de meisje gered zijn, Machida vertoornd terug in de dieptes verdwenen is (maar niet alvorens Tom opgegeten te hebben) en de resterende frat boys gearresteerd zijn, leest Buffy’s vriend Xander voor uit de krant: “A number of corporations whose chairmen are former Delta Zeta Kappas are suffering from falling profits, IRS raids, oh, and suicides in the boardroom. Starve a snake, lose a fortune. The rich really are different.”

Een gelijkaardig motief duikt in het derde seizoen op in de episode “Band Candy”.19 De antagonist van dit seizoen is Richard Wilkins, oftewel The Mayor, die Sunnydale oprichtte in 1841 en sindsdien via allerlei deals met demonen niet alleen eeuwig jong blijft, maar bovendien nooit een verkiezing verliest. De keerzijde van zijn generaties lange greep op de macht is dat hij aan al deze demonen op gezette tijden bepaalde offers moet brengen. “You see, that’s what separates me from other politicians”, zegt hij hierover. “I keep my campaign promises.” Een van de demonen aan wie hij bepaalde beloftes gemaakt heeft is Lurconis, alweer een gigantische slang die zich ophoudt in de riolen onder Sunnydale. Na een onrustwekkende verdwijning van borelingen uit de kraamafdeling van het ziekenhuis ontdekt Buffy dat Lurconis iedere dertig jaar uitbetaald wordt met een lading levende pasgeboren baby’s, die ritueel aan hem gevoederd dienen te worden.

Deze afleveringen draaien allebei rond het idee dat levens worden geofferd voor winst, dat er achter de onzichtbare machinaties van het kapitaal, achter de gigantische winsten en fortuinen die voor de gewone mens, hoe hard die ook werkt, nooit binnen handbereik zullen komen, in werkelijkheid demonen en monsters schuilgaan, occulte krachten en deals met duistere entiteiten. Dit is wat Xander bedoelt met “the rich really are different”: het knagende vermoeden dat er achter hun fortuinen wel een soort van duistere magie moet zitten, omdat we iedere dag merken dat gewoon ‘hard werken’ niet genoeg is.

Misschien is er inderdaad een vorm van duistere magie aan het werk, een waarvan de formule belachelijk simpel is: aan iedere werkkracht zoveel meerwaarde onttrekken (alle waarde, dus, die door de arbeider wordt toegevoegd aan het product bovenop de waarde die ze daadwerkelijk als loon krijgt uitgekeerd), en zich die meerwaarde toe-eigenen. De levens van arbeiders worden inderdaad opgeofferd ten behoeve van deze duistere magie. Er zijn de verwondingen en sterfgevallen als gevolg van uitputting, stress, onveilige werkomstandigheden of te hoge werkdruk: hartaanvallen, gebroken beenderen, geamputeerde ledematen, rugproblemen, depressies, zelfmoorden, zoals de beruchte Foxconn Suicides,20 of, zoals regelmatig gebeurt in de lageloonlanden waar veel van onze consumptiegoederen gemaakt worden, massale sterfgevallen vanwege onveilige fabrieksgebouwen.21 Daarnaast worden onze levens ook op minder onmiddellijk zichtbare manieren opgeofferd: iedere minuut, ieder uur dat we spenderen in loondienst is “another minute and another hour in which our bodies are wired to a vast machine that only lives by draining our life substances.”22 De monsters die inherent zijn aan dit systeem zijn minder expliciet dan de monsters in BtVS, maar ook niet zoveel minder expliciet. Kinderen worden niet in de opengesperde muil van een demonische slang gegooid, maar wel in de ingang van een coltan- of lithium-mijn. Is die tweede opening echt zoveel minder angstaanjagend?

“Double Meat Palace”: het geheime ingrediënt

Naarmate de serie vordert, worden de thema’s duisterder. In het vijfde seizoen sterft Buffy’s alleenstaande moeder, en aan het einde van dat seizoen sterft Buffy zelf. Wanneer haar vrienden haar in de eerste aflevering van het zesde seizoen terughalen uit de dood, blijken de schulden zich tijdens haar afwezigheid te hebben opgestapeld. In plaats van terug te keren naar de universiteit neemt ze een McJob aan in de hamburgertent Doublemeat Palace.23 Tijdens de lange werkuren in deze troosteloze neonverlichte omgeving gaat Buffy zich al snel vragen stellen bij het geheime ingrediënt van de burgers, zeker nadat een collega op mysterieuze wijze verdwijnt. Wanneer ze in de vleesmolen een vinger aantreft, barst de sowieso al zwaar depressieve Buffy in het midden van het restaurant uit: “Stop! Stop! Everybody, you have to stop! Stop eating. No, you can’t eat it! It’s not beef. It’s people! The Doublemeat Medley is people!” Ze wordt op staande voet ontslagen.

Haar paranoia is tegelijkertijd gegrond en hopeloos ontoereikend. Immers, zo suggereert Marx, eten we mensenvlees telkens wanneer we handelswaar consumeren, en zijn deze burgers dus niets bijzonders. Deze notie zit vervat in het Duitse woord ‘Gallerte’, dat Marx gebruikt om de homogene brij van abstracte arbeid te omschrijven. In het Nederlands wordt dit gewoonlijk vertaald als ‘gestolde arbeid’, in het Engels als het equivalente ‘coagulated labour’. Deze vertalingen zijn echter te braaf, te proper, aldus Mark Steven en Keston Sutherland, en gaat zo voorbij aan de essentie van het concept van Gallerte.24 Gallerte is een soort van vleesgelei of paté, gemaakt door bepaalde, vaak minder appetijtelijke delen van een dier (zoals de staart of het hoofd) in te koken met gelatine, een bereiding die hier ook wel ‘hoofdkaas’ of ‘geperste kop’ wordt genoemd. De arbeid die aan werkkrachten wordt onttrokken neemt dus de vorm aan van vleesgelei – en aangezien het zijn eigen levenskracht en substantie is die aan de arbeider onttrokken wordt, kunnen we ons wel voorstellen om wiens vlees het hier gaat. “Life under capitalism”, schrijft Steven, “is the experience of Gallerte, the irreversible liquefying of human substance and its necrophagic consumption.”25 Aangezien de waarde van alle koopwaar evenredig is met de arbeid die in die koopwaar vervat zit, “that value is therefore made up of its primal substance, Gallerte, the coagulated bodies and brains and spirit of innumerable workers.”26 Het kapitalistische productieproces is dus een spijsverteringssysteem dat levende mensen omzet in dood vlees. Het wordt echter nog gruwelijker. Omdat werkkrachten in loondienst niet zelfbedruipend zijn en alleen kunnen overleven door de producten die zijzelf en anderen gemaakt hebben te consumeren, “capitalism also means unavoidably participating in the consumption of oneself and one’s fellow workers.”27 Marx zelf suggereert een parallel tussen kapitalisme en kannibalisme, wanneer hij tracht aan te tonen dat het onttrekken van meerwaarde uit arbeiders niet berust op een natuurlijk principe:

We may say that surplus-value rests on a natural basis; but this is permissible only in the very general sense, that there is no natural obstacle absolutely preventing one man from disburdening himself of the labour requisite for his own existence, and burdening another with it, any more, for instance, than unconquerable natural obstacles prevent one man from eating the flesh of another.28

Dat hij uitgerekend dit voorbeeld gebruikt lijkt, in dit door vleesgelei gefilterde licht, geen toeval. Het consumeren van de levenskrachten, de beschadigde lichamen en het dode vlees van andere loonslaven is in dit productiesysteem onmogelijk te vermijden. De substantie wordt van onze beenderen losgeweekt en vervolgens aan ons terugverkocht.

Uiteindelijk blijken de Double Meat Burgers niet letterlijk van mensenvlees gemaakt te zijn. De echte schuldige is een vaste klant van Doublemeat Palace, die door de werknemers al lachend Wig Lady wordt genoemd en onder wier pruik een vleesetende worm blijkt schuil te gaan (“Did I tell you? You’re my favourite, Doublemeat workers! You’re so full of Doublemeat burgers, and you just slide down so smooth!”).

De reden waarom Manny de manager geheimzinnig doet over de samenstelling van de burgers is omdat ze in werkelijkheid geen gram vlees bevatten maar van planten gemaakt zijn. Toch doet dit er eigenlijk niet toe. De depressieve Buffy, uit de dood teruggebracht zodat ze zou kunnen gaan werken in een hamburgertent, wordt nog steeds geconsumeerd door haar werkgever. Ook hier wordt de individualiteit van de werkers uitgevlakt om de productiviteit op te drijven. Wanneer Buffy een grapje maakt tegen haar collega, zegt die: “You’re funny. You better stop that.” “Why?” “Productivity. One of Manny’s watchwords. Levity is the time thief that picks the pocket of a company.” Kortom, iedere minuut, iedere seconde moet in het teken staan van efficiëntie. De arbeid zelf is zo geüniformiseerd mogelijk (“A cocker spaniel could do it”, vertrouwt Buffy’s collega haar toe), de handelingen van de arbeider zijn gereduceerd tot het klikken op de juiste knopjes. Een abstracte massa Gallerte. Misschien is die conclusie nog enger dan letterlijk mensenvlees in burgers. Wanneer Buffy haar paranoia toevertrouwt aan Xander, zegt ze: “There’s this manager, right. He’s all scary and mysterious, you know. (…). And the people that work here, they’re kind of strange, you know. They just stare into space, plus they disappear.” Xanders antwoord is nuchter: “It’s fast food. I have swum these murky waters, my friend. There’s the assorted creepiness, staring, the enthusiastic not-showing-up-at-all. You’re seeing demons where there’s just life.” Buffy ziet gewoon het leven in het laatkapitalisme, en wie kan het haar kwalijk nemen als ze demonen ziet?

Vampire capital

Lurconis, Machida, Wig Lady: dit zijn allemaal ‘monsters of the week’, die Buffy slechts een aflevering lang kwellen. De serie heeft echter ook een overkoepelende vijand: de vampiers van Sunnydale. Ook bij Marx zijn vampiers vaak de boeman. Das Kapital zit vol verwijzingen naar deze kwelduivels. “Capital is dead labour”, schrijft hij, ‘that, vampire-like, only lives by sucking living labour, and lives the more, the more labour it sucks.”29 Kapitaal is dode arbeid in de zin van arbeid die eerder al werd uitgevoerd en die nu als ‘Gallerte’ vervat zit in de productiemiddelen. De dode arbeid van kapitaal brengt alleen op wanneer er levende arbeid aan wordt toegevoegd (een machine die niet bediend wordt en dus stilstaat, brengt geen geld binnen). Ook de vampier, die eveneens dood is, kan alleen blijven bestaan zolang hij bloed van levende mensen binnenkrijgt. De arbeider wordt het slachtoffer van deze “vampire thirst for the living blood of labour”,30 en “the vampire will not lose its hold upon him so long as there is a muscle, a nerve, a drop of blood to be exploited.”31 Fabrieken die kinderen tewerkstellen zijn “blood-sucking institutions”,32 “coining (…) children’s blood into capital”.33 De beeldspraak van bloedzuigende vampiers is zo alomtegenwoordig dat het op den duur iets anders lijkt te worden dan louter een metafoor. Hoewel veel critici Marx’ gotische beschrijvingen zien als opsmuk, lijken ze mij net te raken aan de essentiële ervaring van leven onder het kapitalisme zoals weinig theoretische verhandelingen dat kunnen. Als Marx consequent het discours van de gothic novel hanteert, doet hij dat niet zomaar. Ook de vorm heeft een inhoud, een inhoud die we niet zomaar kunnen negeren. Gelukkig worden deze beschrijvingen de laatste jaren, en zeker sinds de beurscrash van 2008, steeds vaker serieus genomen. Zowel Steven als McNally onderzoeken Marx’ gotische passages, en in Capitalist Realism schrijft Mark Fisher: “The most Gothic description of Capital is also the most accurate. Capital is an abstract parasite, an insatiable vampire and zombiemaker; but the living flesh it converts into dead labor is ours, and the zombies it makes are us.”34

Niet alleen gedraagt de kapitalistische klasse zich als een klasse van vampiers, de vampiers in BtVS gedragen zich ook als kapitalisten. Voortdurend maken ze opmerkingen waaruit hun superioriteitsgevoel blijkt. Mensen zijn een “snack” of “take-away”, gepeupel dat alleen maar bestaat om leeggezogen te worden. In de aflevering “The Wish”, waarover later meer, spreekt de oeroude en machtige vampier The Master zijn volgelingen toe met de woorden, “Vampires! Undeniably, we are the world’s superior race.”35 Hij staat, terwijl hij deze speech geeft, op het punt menselijke gevangenen door een machine te jagen die hun bloed op industriële schaal zal extraheren. “It’s time to take them out,” zegt hij. “Time to treat them like... well, let’s not mince words here – like the cattle they are!” Mensen zijn voor de vampiers niets meer dan een grondstof, een kwantificeerbare hoeveelheid bloed.

Tegelijkertijd, echter, kijken zowat alle andere demonen op hun beurt neer op vampiers, die ze als het laagste van het laagste beschouwen. Volgens Rupert Giles, Buffy’s Watcher, een occult expert die de Slayer traint en opleidt, zien de meeste demonen vampiers als “abominations”, omdat iedere vampier ooit een mens was.36 Het onderscheid tussen vampiers en andere demonen lijkt misschien nog het meest op het verschil tussen nieuw en oud geld, met de vampiers als nouveaux-riches en de demonen als elitaire aristocraten. De vampiers komen bijna altijd in maatpak of mantelpak uit het graf gekropen, de outfit waarin ze begraven zijn, en zien er dus meteen uit als bankiers of CEO’s, klaar om naar een investeerdersmeeting te gaan. In tegenstelling tot vampiers zijn de andere demonen geen demon ‘geworden’, ze zijn als demon geboren – net zoals leden van de aristocratie.

Mr. Trick: de vampier-ondernemer

De gemiddelde vampier in de Buffyverse doet inderdaad denken aan een entrepreneur. Allemaal zijn ze spelers op de bloedmarkt, ieder voor zich, in voortdurende competitie met elkaar. Velen hebben allerhande plannetjes, handeltjes en projectjes lopende om zichzelf te verrijken of hun status te verhogen. In tegenstelling tot sommige andere demonen, die wel getuigen van onderlinge gemeenschapszin en solidariteit, geven de vampiers de indruk de woorden van Margaret Thatcher tot motto verheven te hebben: “there’s no such thing as society”. Soms vormen ze koppels, vriendschappen of bendes, maar die banden verbreken ze doorgaans zonder verpinken wanneer het hen goed uitkomt. Het ultieme voorbeeld van de vampier-ondernemer is Mr. Trick, een hyperkapitalistisch sujet, dat een tijdlang de handlanger van The Mayor is. Mr. Trick is flamboyant en charismatisch, geeft niet om occulte tradities en heeft integendeel de moderne consumptiemaatschappij volledig omarmd. In de scène die hem in de serie introduceert rijdt hij door de drive-in en bestelt een diet soda, om vervolgens de bediende door het raam te sleuren en leeg te drinken.37

Later in diezelfde aflevering houdt hij een pleidooi voor het gebruik van nieuwe technologieën:

Check it out. This town – this very street – wired for fiber optics. We jack in a T-3, 2500 megs per, we got the whole world at our fingertips. (…) What I’m sayin’ is, we stay local – where the humans are jumpin’ and the cotton is high – but we live global: you got a hankering for the blood of a fifteen year old Filipina? I’m on the net, she’s here the next day, express air.

Hij echoot het sentiment dat The Master uitspreekt in “The Wish”, wanneer die pleit voor de automatisering van het bloedzuigen. Maar, terwijl The Master is blijven steken in een ouderwets fordisme, surft Mr. Trick reeds mee op de golf van het op dat moment nog ontluikende datakapitalisme. Na zijn speech bestelt hij een pizza en verorbert de koerier, waarmee hij zijn liefde voor the American way of life, zijn voorkeur voor de precaire werkers van het moderne kapitalisme, bevestigt.

In de episode “Homecoming”, waarin hij een wedstrijd organiseert waarin verschillende demonen moeten jagen op Buffy, bezingt hij de deugden van concurrentie: “Competition. Competition is a beautiful thing. It makes us strive, it makes us accomplish, occasionally makes us kill. We all have the desire to win.”38 In “Band Candy” verspreiden The Mayor en zijn handlangers dan weer snoepgoed onder de bevolking van Sunnydale, dat ervoor zorgt dat volwassenen zich plots gaan gedragen als pubers: zo wordt voldoende chaos gecreëerd om iedereen af te leiden van de vermiste baby’s uit de kraamafdeling. Mr. Trick wordt lyrisch van het succes van het snoepgoed. “That’s the reason I love this country”, zegt hij verheugd. “You make a good product, and the people will come to you. Of course, a lot of them are going to die, but that’s the other reason I love this country.” Mr. Trick is het epitoom van ondernemerszin, die de ideologische pijlers van het neoliberalisme omarmd heeft. Tegelijkertijd linkt hij die ondernemerszin steeds weer expliciet aan de dood: competitie is letterlijk moordend, en zowel de productie als de consumptie van een product zijn onlosmakelijk verstrengeld met de dood, met het dode vlees van de arbeider. Mr. Trick windt hier geen doekjes om, en is daarom op zijn minst eerlijker dan de meeste van zijn menselijke tegenhangers ooit zullen zijn.

“The Wish”: demonische massaproductie

Het stikt in Sunnydale van de vampier-ondernemers, maar het is pas in “The Wish”, een aflevering die zich afspeelt in een dystopische alternatieve tijdlijn, dat de vampiers hun eigen industriële revolutie doormaken. Tijdens de inhuldiging van zijn bloedzuigende lopende band zegt The Master dat vampiers, hoewel ze zonder twijfel een superieur ras zijn, te nauwdenkend en onambitieus zijn geweest – “too bound to the mindless routine of the predator. Hunt and kill... Hunt and kill... Titillating? Yes. Practical? Hardly. Meanwhile the humans, with their plebeian minds, have brought us a truly demonic concept: mass production.” The Master echoot hier de woorden van Marx over de machines van massaproductie: “An organised system of machines” is volgens hem “a mechanical monster whose body fills whole factories”, aangedreven door “demon power”.39 Opnieuw wordt er dus, bewust of onbewust, een idee van Marx bijna letterlijk verbeeld.

Wanneer we de productiemiddelen (werktuigen, ruw materiaal, machines…) beschouwen vanuit hun potentieel om meerwaarde te creëren, stelt Marx, maken we een abstractie van al hun concrete en specifieke functies. Zij hebben dan nog slechts één taak: zoveel mogelijk menselijke arbeid, en dus levensenergie, absorberen en toevoegen aan het product.40 De machine van de vampiers, die als functie heeft om zoveel mogelijk bloed te absorberen van de mensen die over de lopende band glijden, vormt in die zin slechts een variatie op om het even welke door mensen bediende machine in om het even welke fabriek. Ook in het geval van onze machines vindt er een totale omkering plaats van de verhouding tussen dode en levende arbeid:

It is no longer the labourer that employs the means of production, but the means of production that control the labourer. Instead of being consumed by him as material elements of his productive activity, they consume him as the ferment necessary to their own life-process.41

Aan, bijvoorbeeld, een lopende band is het de machine die het tempo bepaalt en de arbeider die moet volgen. De lopende band slorpt, op zijn weg over de fabrieksvloer, gaandeweg steeds meer arbeid op. De machine is hier de actieve, dominante factor, terwijl de arbeider in wezen passief is. Stukje bij beetje wordt hij gevoederd aan de machine, net zoals de onfortuinlijke gevangen in “The Wish”. Zodra het dus de primaire functie van de productiemiddelen wordt om meerwaarde te creëren, en niet om één of ander specifiek product te creëren, worden de rollen omgedraaid, en wordt de machine inderdaad een “truly demonic concept”.

Ivy Plasma en Fiverr: echte vampiers

Misschien lijkt het alsnog onredelijk om te beweren dat rijke kapitalisten net zoals vampiers zijn. Toch zijn er meer dan genoeg bedrijven die hun uiterste best doen om deze vergelijking uit te lokken. In 2016 richtte ene Dr. Jesse Karmazin in California de start-up Ambrosia op, inmiddels herdoopt tot Ivy Plasma na een veroordeling door de U.S. Food and Drug Administration.42 Ivy Plasma biedt bloedtransfusies van jonge mensen (“young plasma”) aan om het verouderingsproces tegen te gaan.43 Prijskaartje: $8000 per liter. Gemiddelde leeftijd van de klanten: zestig jaar.44 Rijke mensen die het bloed oogsten van jonge mensen die wellicht arm en wanhopig genoeg zijn om hun bloed te koop aan te bieden op de markt, en dat in een poging hun jeugd en levenskracht te absorberen: het is jammer genoeg geen metafoor. Volgens Karmazin brengt zijn behandeling klanten “pretty close to immortality”45 – en zo alweer een stapje dichter bij de vampier.

Met deze rijke Californische vampiers komen de meesten van ons gelukkig niet dagelijks in aanraking. Een dominantere bloedzuiger is misschien de geïnterioriseerde vampier die zovelen onder ons meedragen, en steeds meer naarmate de zogenaamde gig economy aanzwelt. Steeds meer mensen werken freelance, in tijdelijke contracten, flexjobs of als schijnzelfstandige. Maar de beloofde flexibiliteit lijkt eerder de werkgevers dan de werknemers ten goede te komen. Bedrijven als Uber en Deliveroo zijn slimme vampiers, die erin geslaagd zijn het bloedzuigen zelf aan hun slachtoffers uit te besteden. Een flagrant voorbeeld is Fiverr, een freelance-platform waar, zoals de naam al doet vermoeden, opdrachtgevers freelancers slechts $5 per opdracht uitbetalen – zelfs wanneer het gaat om ontwerpen of websites waarin vele uren of zelfs dagen werk kruipen. In 2017 lanceerde Fiverr de reclamecampagne “In doers we trust”, die al snel berucht werd. De meest controversiële affiche was deze:

Afgebeeld: een jonge, precair tewerkgestelde vrouw die zo bang is om een opdracht kwijt te geraken dat ze stopt met slapen en eten, en die eruitziet als een van de leeggezogen slachtoffers van de vampiers in BtVS. Als ze ten gevolge van dit moordende ritme gezondheidsproblemen krijgt, heeft ze pech gehad, want als freelancer krijgt ze geen betaald ziekteverlof en heeft ze geen door de werkgever betaalde hospitalisatieverzekering.46 Maar geen nood, na slechts 1600 opdrachten kan ze een bloedtransfusie verkrijgen bij Dr. Karmazin om haar levenskracht weer op te krikken.

De rechten die arbeiders, tenminste in het Westen, verworven hebben ten opzichte van hun onfortuinlijke voorgangers in de tijd waarin Marx schreef, worden vandaag opnieuw uitgehold door nulurencontracten en flexjobs. Bedrijven als Uber en Lyft stellen mensen te werk als schijnzelfstandigen – werknemers, maar dan zonder garantie op een vast inkomen, zonder recht op een uitkering in geval van ziekte, zonder verzekering voor ongevallen tijdens de werkuren. Deze werknemers moeten hun eigen productiemiddelen voorzien (auto in het geval van Uber en Lyft, fiets in het geval van Deliveroo en Uber Eats) en op eigen kosten vervangen of repareren wanneer die kapotgaan. Anders dan bij een echte zelfstandige wordt hun efficiëntie strikt gemonitord door algoritmes en gaat de winst naar het bedrijf – iets waar deze behulpzame affiche van Fiverr ons nog even aan herinnert:

Wie voor zulke bedrijven werkt mag haar eigen uren kiezen, mag werken waar en wanneer ze maar wil. De vampier zet niet langer op gezette tijden zijn tanden in haar nek; ze is volledig vrij om zelf haar bloed op om het even welk moment voor hem af te tappen. Ook de arbeid van het bloedzuigen moet ze nu zelf verrichten. Het is een plan zo sluw en demonisch dat Mr. Trick het had kunnen bedenken.

Potentials

Moeten we dan wachten op een Buffy om ons te komen redden van de vampiers van het kapitaal, de demonen van de precariteit, de bloedzuigers van de gig economy? Als we het laatste seizoen van de serie mogen geloven: nee. In de eerdere seizoenen komen we te weten dat er te allen tijde op heel de wereld slechts één Slayer is: “In every generation”, vertelt een stem ons in de intro van iedere episode, “there is a chosen one. She alone will stand against the vampires, the demons, and the forces of darkness. She is the Slayer.” Wanneer de Slayer sterft, wordt er ergens op aarde een nieuwe Slayer opgeroepen. Dit betekent dat er steeds een reserve van potentiële Slayers bestaat, die nog niet weten wat hun lotsbestemming is.

In het laatste seizoen moet Buffy het opnemen tegen The First Evil, een primordiale entiteit die ouder is dan mensen en demonen, de bron van alle kwaad. The First Evil begint systematisch alle potentiële Slayers te doden, met het doel de lijn van Slayers te doen uitsterven. Buffy’s Watcher Giles gaat overal ter wereld deze ‘potentials’ verzamelen om ze onder de bescherming van Buffy te huisvesten in Sunnydale, waar ze hun krachten moeten verenigen tegen The First Evil. Maar hoewel Buffy als Slayer veel sterker is dan een gewone sterveling, hebben de potentials deze extra kracht nog niet verworven. ‘Slayer strength’ zit in zijn volledigheid geconcentreerd in het lichaam van de Slayer, en wordt pas overgedragen wanneer de vorige Slayer sterft en een nieuwe wordt geactiveerd. De potentials zijn dus grotendeels nutteloos in de strijd tegen The First Evil. Bovendien steken tegen het einde van het seizoen steeds meer frustraties over Buffy’s positie als alleenheerser de kop op. Wanneer zowel haar vrienden als de potentials het in “Empty Places” niet eens zijn met haar strategie en inschatting van de situatie, verzetten ze zich tegen haar met een vote of no confidence.47 “I wish this could be a democracy”, probeert Buffy nog. “I really do. Democracies don’t win battles. It’s a hard truth, but there has to be a single voice.” Vervolgens wordt ze op brutale wijze uit haar eigen huis gezet.

Hoewel de plooien in de volgende afleveringen gladgestreken worden, is het zaadje geplant. Er is geen weg terug. Buffy heeft op haar eentje niet voldoende kracht om The First Evil te verslaan in de finale strijd. Met behulp van een spreuk van Willow, haar vriendin die heks is, verdeelt Buffy haar ‘Slayer strength’ over alle potentials waar ook ter wereld.48 Zo slagen ze er samen in The First Evil te overwinnen. De boodschap waarmee de serie eindigt is duidelijk: het is niet aan één bepaald individu om ons te redden. Het vampier-kapitaal kan alleen verslagen worden wanneer we de handen in elkaar slaan. Geen strongmen, maar grassroots-bewegingen, coöperatieves, vakbonden.

Zoals de graffiti op de Fiverr-affiches ons aanmaant: “Join a union, fight together for higher pay!”

Notes