In oktober 2019 ben ik twee dagen lang op zoek geweest naar een forumthread die ik me herinnerde van vele jaren terug. Het forum in kwestie, waarop ik al lange tijd niet meer actief was, is gigantisch: het bestaat sinds 2002 en telt meer dan drie miljoen leden, 4 miljoen threads en 67 miljoen posts. Ik herinnerde me de titel van de thread en de gebruikersnaam van de OP niet meer, noch enige andere concrete zoekterm die me de weg zou hebben kunnen wijzen door dit continu uitdijende moeras van data. Hoe legendarisch was deze thread wel niet om zo’n roekeloze verspilling van manuren te rechtvaardigen?
Ik herinner me glashelder hoe ik de thread, die zich ontvouwde in de loop van 19 uur, gebiologeerd zat te volgen. De context waarin deze episode in mijn leven zich afspeelde, kan ik me minder goed voor de geest halen, maar valt middels oude notities, e-mails en dergelijke makkelijk te achterhalen. De datum was 26 april 2011, drie dagen voordat William en Kate elkaar het jawoord zouden geven. Ik zat in mijn tweede jaar aan Glasgow University en was wellicht, tussen het refreshen van de thread door, aan het studeren voor mijn examens in mei – Pale Fire van Nabokov, Poor Things van Alasdair Gray, de Aeneis van Vergilius, Knife in the Water van Polanski. Vanaf het bureau in mijn kamer keek ik uit op kersenbloesems en op auto’s die ver onder mij over de Clydeside Expressway raasden, terwijl ik werd gekweld door het dilemma of ik mijn soort-van-vriendje wel of niet moest dumpen, omdat hij weigerde me duidelijkheid te geven over onze relatiestatus en ik enkele weken eerder mijn professor Latijn had gekust, vlak voordat hij begon te urineren tegen St. Silas Church in Eldon Street terwijl hij iets lalde over “fucking Episcopalians”. Deze rampzalige puinhoop verklaart misschien waarom ik zo opging in het narratief van prille liefde, mysterie en, uiteindelijk, bedrog, dat zich voltrok op https://www.thestudentroom.co.uk/showthread.php?t=1619571. Het voelde op het moment zelf alsof ik live getuige was van iets belangrijks – iets dat groter was dan mijzelf, de specifieke deelnemers aan de thread of de berichten die zij postten.
Om 21u18 creëerde gebruiker dropbeats.notbombs de thread “I saw someone from TSR at work”. TSR is kort voor The Student Room, het forum in kwestie, dat zich richt op studenten en scholieren in het Verenigd Koninkrijk. De OP legde uit dat er een meisje actief was op het forum wier posts hem vaak aan het lachen brachten. Volgens haar profiel woonde ze in dezelfde stad als hij, maar hij had haar nog nooit een bericht durven te sturen of zelfs te reageren op een van haar posts. Zij was een actieve en populaire gebruiker, hij een lurker, een nobody – ze hadden net zo goed een Montague en een Capulet kunnen zijn. Tijdens zijn gap year werkte dropbeats.notbombs in een supermarkt, en eerder die dag was er aan zijn kassa een meisje gepasseerd. Hij had haar natuurlijk meteen herkend; de forumgebruiker voor wie hij een zwak had, had immers een hele collectie foto’s en tekeningen van zichzelf op haar profiel staan, en wie weet hoe vaak hij al niet door haar map met afbeeldingen had zitten bladeren in de lange eenzame nachten waarin hij de slaap niet kon vatten, op zoek naar een signaal, een teken, dat alleen hij zou kunnen interpreteren? Volgens haar profiel, zei OP, ging ze naar school op tien minuten wandelen van de winkel waar hij werkte. Er was dus geen twijfel mogelijk: het ging om hetzelfde meisje. Hij wilde haar graag uitvragen of informeren naar haar BlackBerry PIN (dit was 2011, after all), maar hij was “really worried that the ‘Hey, I know you from TSR’ line will make me look a bit of a serial killer…” Wat te doen?
In eerste instantie geven gebruikers hem advies of maken ze grapjes. Om 21u31 luidt gebruiker kerily een volgende fase in door als eerste te zeggen wat op dit punt ongetwijfeld tussen ieders vingertoppen en toetsenbord hangt, wachtend om uitgetypt en gepost te worden: “I want to know who she is now ”. Geleidelijk aan gaat een nieuw discours overheersen – dat van de online amateurdetective. Dit genre floreert vandaag onder andere in de door popartiesten geobsedeerde uithoek van het internet die Stan Twitter wordt genoemd maar ontstond, voor zover bekend, in de krochten van 4chan, een van de meest beruchte en invloedrijke fora op het internet. Hoewel de reputatie van 4chan in 2011 nog niet zo duister was als nu, werd het ook toen al (met een mengeling van fascinatie, walging, affectie en ontzag, de precieze verhoudingen afhankelijk van wie er aan het woord was) ‘de beerput van het internet’ genoemd. Dit is voorlopig echter een vrolijk, grotendeels onschuldig detectiveverhaal. Lang duurt het niet voordat de identiteit van de mystery girl achterhaald wordt. Om 21u56 post Panda Vinnie: “Am I the only one here trying to think which user has drawings of her in her profile photos? detective work commences ”. Enkele minuten later voegt hij toe: “EDIT: Is it Lechaton-x? (…) She has drawings of her Plus she’s from Bristol and OP is from ‘Brizzle’. Now I don’t speak snoop-dogg lingo but I think that’s a match… I’m realising I know this forum too well for my own good ”. Op ongeveer hetzelfde moment zegt The Cornerstone: “Brizzle… do you mean Bristol? It’s Lechaton-x isn’t it?” History-Student post een lege quote van lechaton-x, zodat die, zodra ze inlogt, een melding zal krijgen die haar naar deze thread zal leiden. Kash:) draagt extra bewijsmateriaal aan: “And she was last active 37 minutes ago and OP said she had recentley gone offline ”. dropbeats.notbombs kan er in elk geval niet mee lachen. “Way to play it cool guys!”, zegt hij, “I’m not hanging around here for her to mock me…back to lurking i go!”
Inmiddels zijn tientallen mensen de saga in real time en in opperste spanning aan het volgen. Rond half elf kondigt een nieuwe fase zich aan. Er ontstaan nu verschillende narratieve lijnen, door de gebruikers geconstrueerde collectieve ficties, die zich in de loop van de avond en nacht met elkaar verweven. Er heerst een algemeen gevoel van opwinding, van spanning die opbouwt naar een vooralsnog onbekend hoogtepunt. Iedereen wacht vol voorpret het moment af waarop lechaton-x ten tonele zal verschijnen – onze eigen mid-season finale. Enkele typische commentaren: “Oooooh! Excitement!” (Symph), “All this suspense! ” (Unbiased Opinion), “This is pretty fun.,..the anticipation of her coming online next and seeing this is killing ” (itsmyopinion) en “lechaton’s got her very own surprise party waiting here for her – I keep checking her profile to see if she’s logged in yet!” (TheOFactor). Hoewel er op dit moment niets te zeggen valt, blijft iedereen verwoed posten. Een andere rode draad is verwant aan dit narratief van anticipatie, maar valt er toch van te onderscheiden. Veel van de posts geven blijk van een gevoel van gemeenschap en trots, opgebouwd rond TSR (“Ahh TSR, I love you guys and girls ”, laat een sentimentele hxecute zich bijvoorbeeld ontvallen). Er wordt, in een soort collectieve suspension of disbelief, een fictie geconstrueerd over de detectiveskills van de gebruikers van het forum. “I love the detective-work of TSR users”, zegt TheOFactor, terwijl Nizzay tot de conclusie komt dat “1) We have an epic love story brewing up in TSR. 2) TSR has some of the finest detectives ”. In de loop van de avond zullen deze vermeende detectiveskills mythische proporties beginnen aan te nemen. Met deze narratieve lijnen verweeft zich ten slotte een doorlopend metacommentaar over hoe “epic” of “hilarious” deze thread is.
Iets voor half twaalf, terwijl deze fase nog volop bezig is, beginnen zich vaag de contouren af te tekenen van een nieuw narratief. Het schrikbeeld van de internettrol steekt zijn lelijke kop op. “Just realised if the OP was trolling he is the greatest troll in existance Please please please tell me your not trolling !”, zegt Phil1541, waarop TheOFactor, “ what if the OP is actually a 2nd account created by lechaton! MEGA-TROLL”, en Phil1541 opnieuw, “ I would have to start my own religion worshipping them as the troll god No one can be that good of a troll !” Hoe graag iedereen ook wil geloven in dit liefdesverhaal en in de mogelijkheid op een goede afloop, begint het besef tegelijkertijd te knagen dat niets op het internet is wat het lijkt – dat OP werkelijk om het even wie zou kunnen zijn.
Maar plots doet dat er allemaal niet meer toe. Om 23u32 kondigt rawwwwr! aan dat lechaton-x online is, en enkele seconden later arriveert ze in de thread. Haar post, toen zo spannend en betekenisvol, ziet er na al die jaren kaal en treurig uit, als een huis dat al jaren leegstaat en waaruit alles wat los en vast zit lang geleden is weggeroofd.
Hoewel haar account nog bestaat, is het volledig geanonimiseerd, gestript van alle persoonlijkheid. Het draagt nu de naam member398873: meer generisch, minder herkenbaar kan haast niet. member398873 heeft geen avatar, en van de vele foto’s en tekeningen die ooit op haar profiel stonden is uiteraard geen sprake meer. member398873 is een geest van lechaton-x, een schaduw van wat ooit was. De emoji die ooit bovenaan haar post stond en die gevormd werd door de code :headhurts: is nu slechts een gebroken afbeelding. De code verwijst nergens meer naar, behalve naar zijn eigen irrelevantie. Hij is de grafzerk van een dood teken in een systeem dat langzaam aan het verdwijnen is.
Negen jaar geleden was de post van lechaton-x echter de vonk die de thread werkelijk deed exploderen. Op enkele minuten tijd verschijnen er tientallen posts, allemaal doordrongen van het gevoel dat er iets te gebeuren staat. “SHE’S HERE”, zegt Kash:). “And it begins”, zegt aeterno. It’s kicking off!! , jubelt lawology. Alle twijfels over de oprechtheid van OP zijn voorlopig verdwenen als sneeuw voor de zon. De plot wordt opnieuw voortgedreven; de stasis die een voedingsbodem vormde voor scepsis is doorbroken. Verschillende deelnemers geven aan op te zullen blijven tot er een conclusie is bereikt, onder andere dirtyoldriver (“OMGAWD I cannot go to bed before this resolves itself!!1 ”), Phil1541 (“I have to be up at 6 tomorrow but this thread is just too epic to go to sleep on ”) en ibysaiyan (“I am wide awake too,don’t ask how many times I have tapped over the F5 key”). Om 23u47 is lechaton-x klaar met lezen. “I’ve PM’d this lad,” zegt ze, “and if he’s a weirdo then I’m walking the extra 10 minutes to Tesco.” De thread heeft nu zijn absolute hoogtepunt bereikt. Iedere post is nog meer zelfbewust hyperbolisch dan de vorige. “This TSR thread > all soaps ever created”, meent Phil1541. pgreg1 roept de thread uit tot “stuff of TSR legend.” Om 22 na middernacht schrijft madders94: “THREAD OF THE YEAR. Thread of the century. Thread of a lifetime. This thread sums up the generation. In years to come, children will pass on the story of the lurker who found his true love because he’d seen her pictures on TSR”. Dit kan niemand nog overtreffen.
En inderdaad: reeds sinds middernacht is er iets beginnen te veranderen. Terwijl in eerdere levensfases van de thread het gevoel overheerste dat we ergens middenin zaten, een verhaal in volle ontwikkeling, maakt het ademloze rammen op de refresh-toets nu plaats voor reflectie over iets waarvan we allemaal weten dat het op zijn einde loopt. thegenius31416 stelt voor de mods te vragen om er een sticky thread van te maken “so that many other generations of TSR can relive this amazing thread. Although, it won’t be the same as actually following this great turn of events in real time... ” Voor het eerst wordt er over de thread nagedacht als een afgerond geheel, een narratief artefact waarvan ook na de feiten nog genoten kan worden. Nu we niet meer middenin de actie zitten, verwordt de thread bijna meteen tot erfgoed. Als het aan Kash:) ligt, “[t]his is gonna go down in history... moon landing.. i have a dream speech.. the i saw someone from tsr at work thread… Well, we can all say ‘we were there’.” Maar waren we dat wel? Waar precies zijn we de afgelopen uren geweest? En waarom branden mijn ogen zo? The Cornerstone zegt, “It’s moments like this that makes me proud to be living in Bristol ”, maar vlak daaronder post PurpleMonkeyDishwasher, “It’s moments like this that make me proud to be frequenting this forum.” Deze juxtapositie is veelzeggend. Beide gebruikers situeren de actie op een andere plaats (IRL versus online), wat een fundamenteel andere interpretatie van de betekenis van deze gebeurtenissen suggereert. Maar wat er in Bristol is gebeurd of zal gebeuren, kan niemand van ons achterhalen, en maakt misschien ook niet uit. Onze affecten verhielden zich in de loop van de afgelopen uren niet tot andere lichamen of tot een fysieke ruimte, maar tot onze schermen – en dat maakte ze niet minder echt, waardevol of intens. Voor korte tijd zijn onze emotionele energieën samengevloeid, hebben onze digitale lichamen zich verenigd rondom een geïmproviseerd gezamenlijk narratief. Nu maakt deze spontane congregatie zich op om weer uit elkaar te vallen – zich te verspreiden, naar andere uithoeken van het internet, naar slaapkamers en straten in de buitenwereld. Nog even blijven we allemaal hangen, niet helemaal klaar om los te laten, in de greep van een vaag verlangen om iets te preserveren waarvan we allemaal beseffen hoe vluchtig het is. Het is dit verlangen dat doorschemert in een post van Almonds are good, kort voor half een: “Im tempted to copy and paste this entire thread and save it in notepad so this thread will be alive forever”.
Niet iedereen is overtuigd van de waarde van deze thread, voor het nageslacht of anderszins. “People on TSR really are pathetic”, zegt JessicaRabbit1 om 00u26, “I fail to see the big deal. Bumping into people from TSR is hardly news. Any non-TSR user would be worried for you so called ‘Nation’s Brightest’. You guys are too easily excited/impressed, at least that shows the lack of a life you guys have. ” Heeft JessicaRabbit1, ondanks zijn onaangename toon, een punt? Wat is the big deal? En waarom ben ik twee dagen op zoek geweest naar deze plek?
Ik was, in de jaren waarin ik dit forum intensief gebruikte, eenzamer dan ik toen tegen de meeste mensen die ik IRL kende zou hebben durven toe te geven. Ik had weinig vrienden en leefde in angst voor mijn huisgenoot, die in het Deense leger had gezeten alvorens in Glasgow fotografie te komen studeren en die me nu eens aan haar militaire discipline, dan weer aan haar hevige en onvoorspelbare stemmingswisselingen onderwierp. Aangezien ik de gemeenschappelijke woonkamer bijgevolg als een zeer stresserende omgeving ervaarde, at ik meestal in mijn slaapkamer terwijl ik al kauwende door de boards scrollde, want alleen eten is slecht voor de ziel. Wanneer ik inlogde had ik het gevoel deel uit te maken van een gemeenschap. In mijn anonimiteit kon ik tegen wildvreemden dingen vertellen waarover ik me te hard schaamde om ze tegen mijn echte vrienden te zeggen. En hoewel ik op regelmatige basis nauwgezet iedere referentie aan TSR uit mijn internetgeschiedenis verwijderde, weet ik niet hoe ik die periode zou hebben overleefd als mijn wanhopige Google-zoekopdracht “lonely at university” me niet naar dit forum had geleid. Diezelfde rol werd eerder in mijn leven, halverwege de jaren 00, ingevuld door een van de vele fora gewijd aan The Sims 2 die het internet destijds rijk was. Ondanks hun onmiskenbare duistere kanten hebben anonieme fora voor mij altijd aangevoeld als een plek van troost, een warme omhelzing, op een manier waarop de sociale mediaplatformen die ze grotendeels hebben vervangen dat nooit hebben gedaan.
Kate Wagner wijdde een essay aan de teloorgang van het vroege internet van haar jeugd, dat plaats heeft geruimd voor “today’s app-driven, hyper-conglomerate social media net”.1 Ze beschrijft de wilde, weerbarstige creativiteit die vroegere incarnaties van het internet kenmerkte, van de vaak kitscherige maar altijd karaktervolle Geocities-pagina’s tot het sociale netwerk MySpace, dat gebruikers toestond om de HTML-code van hun profiel aan te passen. Ze schetst het treurige proces dat dit gedifferentieerde digitale landschap stukje bij beetje heeft vervangen door “the hell of beautiful interfaces”,2 ontworpen door experts en niet door de gebruikers die er vandaag willens nillens in moeten opereren. Maar op de snelweg richting monopolisering, uniformisering en ‘appification’ zijn we meer kwijtgeraakt dan alleen maar Geocities en MySpace. Ook de internetfora, ooit een van de belangrijkste pilaren van de online beleving, zijn al meer dan een decennium langzaam maar onverbiddelijk aan het aftakelen.
Een van de minder zichtbare effecten van deze evolutie is het verdwijnen van gigantische archieven aan persoonlijke ervaringen en geschiedenissen, opgeslagen in de dieptes van obscure subfora en nu voor eeuwig gewist. Omdat het internet in de collectieve verbeelding nog steeds een plek is waar dingen ‘voor eeuwig’ blijven rondzweven, wachtend om vanuit de onmetelijke dieptes te komen bovendrijven wanneer je aan het solliciteren bent voor je droomjob, schrik ik van de cijfers die Wagner aanhaalt: niet alleen is de gemiddelde website minder dan tien jaar oud, de gemiddelde halfwaardetijd van een website (hoe lang het duurt voordat de helft van alle afbeeldingen, links en andere content op een site stoppen met werken) bedraagt slechts twee jaar.3 Digitale media zijn, met andere woorden, extreem vergankelijk. Ongeveer alles op het internet, maar vooral op de delen van het internet die niet in handen zijn van de allergrootste spelers, kunnen zonder enige waarschuwing van de ene dag op de andere verdwijnen. Wagner wijst erop dat wanneer een website, zoals een forum, offline gaat, de focus in de berichtgeving steevast ligt op de redenen waarom het bedrijf niet rendabel was; wat al te vaak genegeerd wordt, is “the scope and species of the lost material, or what it might have meant to the scant few who are left to salvage the digital wreck.”4 De persoonlijke ervaringen en artefacten van de online levens van gewone mensen worden met het grootste gemak uitgewist omdat ze simpelweg niet de moeite waard worden geacht om bij te houden. De anonieme bekentenissen, het met emoji’s doorspekte geflirt tussen wildvreemden, de oprechte vriendschappen tussen mensen die elkaars voornaam zelfs niet kennen, de zelf gephotoshopte signatures en de met zorg uitgekozen avatars, de absurde flamewars, de inside jokes, de diepgaande discussies over politiek, feminisme of wat nu écht Britneys beste album is, de troll threads en de vragen om advies (uit mijn persoonlijk archief: “How can I make myself sick enough to miss work but not too sick to go to a concert?”, “Drinking a bottle of wine by myself… does it mean I’m an alcoholic?” en “How do I reference a quote within a quote?”) – vroeg of laat gaan ze er allemaal aan. De persoonlijke geschiedenis van de doorsnee internetgebruiker, de betekenissen die die gebruiker geeft aan de digitale omgevingen waarin ze zich beweegt, hebben immers geen enkele waarde – in tegenstelling, natuurlijk, tot de rauwe kwantitatieve data die we onvrijwillig opgeven bij iedere beweging die we op het internet maken, en die ondernemers als Mark Zuckerberg hebben weten om te zetten in fabelachtige hoeveelheden geld.
Het is die vergankelijkheid, die fundamentele instabiliteit, waar Almonds are good naar hint wanneer ze zegt de thread te willen opslaan in notepad opdat hij voor altijd zou bestaan. Haar verlangen om deze ene thread te bewaren, te redden van de digitale aftakeling, impliceert het bewustzijn dat hij, net als alle andere threads, vroeg of laat zal verdwijnen. En ze heeft geen ongelijk. Zelfs in deze thread, op een forum dat over het algemeen nog bruist van leven, zijn de tekenen van verval alomtegenwoordig. Links werken niet meer, afbeeldingen zijn kapot. Accounts en posts kunnen op TSR niet verwijderd worden, maar omdat het als studentenforum een groot verloop kent (slechts een handvol gebruikers die negen jaar geleden actief waren, zijn dat nu nog steeds), zijn de meeste threads die ouder zijn dan een paar jaar een virtueel kerkhof van accounts waarvan waarschijnlijk niemand de inloggegevens nog kent. Dit is natuurlijk inherent aan fora. Accounts zijn niet gekoppeld aan je eigen identiteit, zoals op de meeste sociale media wel het geval is, en zijn daarom makkelijk achter te laten. Fora zijn per definitie gericht op specifieke doelgroepen (met bepaalde interesses, een bepaalde leeftijd, een bepaalde job, etc.), waardoor het logisch is dat leden vertrekken wanneer ze andere interesses krijgen of een nieuwe levensfase ingaan. Facebook of Instagram richten zich daarentegen niet alleen op iedereen, maar proberen bovendien de totaliteit van het online sociale leven van hun gebruikers te omvatten. Fora die al lange tijd bestaan, dragen altijd andere, oudere fora in zich, begraven onder nieuwe generaties van leden, nieuwe narratieven, nieuwe inside jokes. Dat is de normale levenscyclus van een forum.
Maar er is meer aan de hand. Hele fora, en zelfs het concept van het forum, worden vandaag in sneltempo vervangen door sociale netwerken. Het is waar dat Reddit, waar gebruikers anoniem zijn en waar honderdduizenden subreddits gewijd zijn aan ieder mogelijk onderwerp, in zekere zin kan worden gezien als de spirituele opvolger van het forum. Omdat die site zo gigantisch is, en gebruikers aanspoort hun aandacht te verdelen over verschillende subreddits, slaagt hij er echter niet in het gevoel van gemeenschap van de vroegere fora of de diversiteit van het vroegere digitale landschap te repliceren. Reddit, dat duizenden onafhankelijke fora heeft vervangen door één website waarop iedere subreddit er min of meer hetzelfde uitziet, vormt in feite een perfecte illustratie van de toenemende monopolisering van het internet. De realiteit is dat fora niet meer rendabel zijn in dit nieuwe internetlandschap, radicaal herschapen door grote sociale mediabedrijven die steeds complexere modellen ontwikkelen om data te verzamelen, analyseren en om te zetten in geld. Zelfs actieve fora met miljoenen leden zitten in slechte papieren. Zo zou zelfs 4chan enkele jaren geleden met financiële problemen te maken hebben gekregen.5 Kleinere, meer niche fora zijn vaak al helemaal een vogel voor de kat. Het internet is bestrooid met hun overblijfselen. Braakliggende grond, wachtend om opnieuw bebouwd te worden. Dit is wat er overblijft van het Sims 2-forum waarop ik halverwege de nillies actief was:
Misschien is dit de reden waarom ik de thread van dropbeats.notbombs opnieuw wilde opzoeken. Gewoon om te zien of hij nog bestond, ergens, in een uithoek van het internet. Om te zien of er nog iets was om naar terug te keren. Of de tussenliggende jaren hem niet onvindbaar hadden gemaakt, voorgoed begraven onder ondoordringbare lagen data. Ik wilde ernaar kijken zoals naar een prehistorisch insect, bewaard in amber.
Maar dit gaat dieper dan het verdwijnen van specifieke persoonlijke artefacten, zelfs van hele fora, zelfs van het forum. Het gaat om de teloorgang van een bepaalde incarnatie van en visie op het internet zelf. Dat is sinds de vroege jaren 2010 exponentieel gegroeid, maar tegelijkertijd is de ervaring van de gemiddelde gebruiker minder divers geworden dan een decennium geleden. Meer en meer, schrijft Astra Taylor, zitten we vast in onze eigen “private, purified corners of the Web.”6 Paradoxaal genoeg, “[t]here may be more stuff out there than ever before, but there’s a chance we’ll be seeing less of it.”7 Een van de redenen hiervoor, naast (en gelinkt aan) de genadeloze groei van de grote socialemediamonopolies, is de opkomst van mobiel surfen en de daarmee gepaard gaande vervanging van de browser door apps. Ongeveer 90% van de tijd die Amerikanen op hun smartphone doorbrengen, gaat vandaag naar apps in plaats van naar het web. In 2018 werd 52% van het globale internetverkeer gegenereerd door smartphones, en in 2017 had reeds 95% van alle Facebook-gebruikers hun account gebruikt vanop een smartphone.8 Hoewel apps gebruik maken van het internet, zijn ze niet te verwarren met websites, en maken ze geen deel uit van het web. Ze functioneren volgens een totaal andere logica, een die vreemd is aan de principes die eerdere incarnaties van het internet leken te onderbouwen. Apps, schrijft Wagner, “are all about throttling the competition; unlike the web they aren’t built on a universal open platform. They are thus completely misaligned with the earlier ethos of the internet as a place for the open-ended exchange of ideas.” Want hoe, als bijna heel je digitale leven zich ontvouwt in apps, afgesloten van elkaar en van de rest van het internet, kan je nog onverwachts op nieuwe plekken belanden? Als er voor iedere mogelijke nood, of gepercipieerde nood, een afzonderlijke app bestaat om dat specifieke verlangen te vervullen, waarom zou je je dan nog wagen buiten datgene wat je al kent? Hoe kom je nog iets op het spoor waarvan je niet op voorhand al wist dat het bestond? Als het internet ooit al enigszins heeft geleken op de egalitaire, democratische, universele commons, de voor iedereen gratis toegankelijke marktplaats van informatie en ideeën waarvan cyberutopisten droomden, zou het er nu, meer dan 30 jaar na zijn geboorte, niet harder van kunnen verschillen. Het is inmiddels pijnlijk duidelijk dat het internet wordt gekenmerkt door, in de woorden van Taylor, “a strange tendency toward monopoly”.9 Iedereen zoekt via Google, koopt via Amazon, kijkt filmpjes op YouTube en TV op Netflix, deelt beelden via Instagram. Deze groeiende consolidering en centralisatie heeft het internet er, in mijn ervaring, niet spannender op gemaakt.
Wat de thread van dropbeats.notbombs bijzonder maakte, denk ik, was zijn speelse, geïmproviseerde aard; het gevoel dat iedere deelnemer samen met een efemere en onzichtbare verzameling onbekenden iets aan het creëren was, spontaan en in real time, iets waarvan niemand precies kon voorspellen waar het naartoe zou gaan. Dit evenement kon uit het niets ontstaan omdat de deelnemers enerzijds niet in de vandaag zo gevreesde filterbubbel zaten, en dus in aanraking kwamen met iets wat niet door algoritmes voor hen was geselecteerd op basis van wat ze eerder leuk hadden gevonden; en anderzijds omdat hun anonimiteit bevrijdend werkte. Zoals Oscar Wilde ooit schreef, “Man is least himself when he talks in his own person. Give him a mask, and he will tell you the truth.”10 Of, zoals de op een cartoon van Peter Steiner gebaseerde meme het iets kernachtiger stelt: “On the Internet, nobody knows you’re a dog.” Zowel die anonimiteit, schrijft Amelia Tait, als de manier waarop fora inhoud structureren en presenteren – chronologisch van oudste naar nieuwste posts, niet algoritmisch afgestemd op het eerdere klikgedrag van de individuele gebruiker – “create an egalitarian space. (…) there was always the sense that everyone had their chance to be seen and heard.”11
Maar het zijn net deze kenmerken, die fora zo bijzonder maken, die tegelijkertijd hun ondergang zijn. Hun structuur en ingebakken anonimiteit maken het hen onmogelijk om op dezelfde gesofisticeerde manieren aan datamining te doen als hun socialemediaconcurrenten. Voor kleine, minder bekende fora is het bovendien steeds moeilijker om gevonden te worden in een internetlandschap waar de modus operandi van de grote bedrijven bestaat uit “devouring, appropriating, monetizing, exterminating, or burying on the 112th page of search results anything on the web that is even remotely interesting—especially anything amateur, anything ad hoc-ist.”12 Deze mechanismen, schrijft Wagner, “have led to the quiet erasure of entire swaths of the internet.”13 De anonieme vreemden die ooit voor korte periodes samenkwamen, gedreven door hun zoektocht naar advies en inzicht of door een hunkering naar menselijk contact, worden nu door de onpersoonlijke stromingen van technologische vooruitgang en monopolisering weer uit elkaar gedreven, in de meeste gevallen om nooit meer iets van elkaar te vernemen. Nu zitten we allemaal gevangen in de endless scroll en de minimalistische witte achtergronden van gepolijste megaplatformen, gedisciplineerd door algoritmes. Deze geschiedenis is een gevecht om de ziel van het internet, zegt Wagner, “in which the bad guys of course won.”14
Tegenover de utopische idealen van het vroege internet – het droombeeld van wat het internet ooit had kunnen worden – tekent zich nu een dystopie af, een door ondoorgrondelijke algoritmes en stereotiep schurkachtige miljardairs geregeerde hel. Een zekere duisternis zat natuurlijk al vanaf het prille begin ingebouwd in het internet, dat net zo goed wortels heeft in het Amerikaanse militair-industriële complex als in de tegencultuur van de jaren 1960. Zoals Thomas Pynchon een personage laat zeggen in Bleeding Edge, zijn internetroman:
Yep, and your Internet was their invention, this magical convenience that creeps now like a smell through the smallest details of our lives, the shopping, the housework, the homework, the taxes, absorbing our energy, eating up our precious time. And there’s no innocence. Anywhere. Never was. It was conceived in sin, the worst possible. As it kept growing, it never stopped carrying in its heart a bitter-cold death wish for the planet, and don’t think anything has changed, kid.15
Gezien die dubieuze oorsprong mag het misschien niet verbazen dat grote delen van het hedendaagse internet geen plek zijn om erg vrolijk van te worden. In dit post-anonieme landschap worden iedere flard data, iedere voetafdruk en iedere uitgedrukte voorkeur, hoe schijnbaar banaal ook, verzameld en geanalyseerd om van iedere gebruiker een spookachtige kopie te berekenen die de interesses en acties van het origineel op den duur perfect kan voorspellen en zelfs, wat erger is, teweegbrengen.
In hun uiteenzetting van de mechanismen achter algoritmische bestuurlijkheid tonen Antoinette Rouvroy en Thomas Berns hoe, in de verschillende stadia van datamining en het gebruik van die data om ons gedrag te beïnvloeden, het individuele subject telkens weer buitenspel wordt gezet.16 In de eerste plaats is er de geautomatiseerde collectie van data, de sporen die we achterlaten wanneer we een post liken op Facebook of een exemplaar van Das Kapital bestellen op BookDepository.com. Deze informatie is “given up rather than relinquished, traces left and not data shared”.17 Met andere woorden, hoewel we niet echt kunnen zeggen dat deze data gestolen worden, hebben we ze ook niet bepaald bewust gedeeld. Rouvroy en Berns hebben het over “weak consent”.18 Tegen diefstal zouden we ons tenminste nog kunnen verzetten, maar deze procedure is erop gericht het subject volledig te omzeilen, ons zelfs de kans niet te geven om al dan niet akkoord te gaan.19 Deze data – hoe lang we blijven hangen bij een bepaalde post, op welke links we klikken – zijn op zichzelf waardeloos en betekenisloos, en lijken daarom onschadelijk. Maar als we geen expliciete toestemming geven voor het vergaren van deze data, kunnen we dat al helemaal niet doen voor de processen waaraan ze nadien onderworpen worden en waarover we kennis noch controle hebben. De kennis gegenereerd door de automatische analyse van deze gigantische datasets, die de vorm aanneemt van correlaties en statistische waarschijnlijkheden, wordt vervolgens gebruikt om het gedrag van individuen te voorspellen en beïnvloeden. Zelfs die beïnvloeding gebeurt echter niet door rechtstreeks in te werken op het subject, maar door in te grijpen in diens (digitale) omgeving.20 Algoritmes bepalen op basis van je eerdere gedrag welke posts je te zien krijgt en welke niet, wat bovenaan je tijdlijn prijkt en wat naar beneden zakt, welke advertenties je voorgeschoteld krijgt, zelfs welke afbeeldingen Netflix gebruikt om dezelfde films aan te bieden aan verschillende gebruikers. Dit soort beïnvloeding, schrijven Rouvroy en Berns, “avoids any form of direct constraint on individuals to rather make their disobedience or certain forms of marginality ever less probable”.21 Aan wetten, die min of meer vaststaan en waaraan wij ons gedrag dienen aan te passen, kan je tenminste in theorie nog ongehoorzaam zijn. Tegen deze algoritmische macht valt echter niet te protesteren, noch is ze vatbaar voor argumenten of discussie. We kunnen niet ongehoorzaam zijn: iedere ongehoorzaamheid wordt meteen weer geïncorporeerd, gebruikt om het model dat ons gedrag voorspelt verder te verfijnen.22
Macht wordt in dit systeem niet langer uitgeoefend op ons fysieke lichaam, zelfs niet op ons bewuste brein of geweten, maar op basis van profielen die automatisch aan ons worden toegewezen op basis van de sporen die we bij iedere online activiteit onbewust achterlaten.23 Dit profiel is een statistische dubbel van onszelf, een kopie, en functioneert als een norm waarvan we niet meer kunnen afwijken. Het doel van deze algoritmische vorm van machtsuitoefening is niet om mensen te conformeren aan een bepaalde norm die voor iedereen dezelfde is, maar om voor iedereen een eigen norm te creëren. Als je afwijkt van de norm, door iets te doen dat niet strookt met de voorspellingen op basis van je eerdere gedrag, past de norm zich aan. De algoritmes, zeggen Rouvroy en Berns, “make sure that everyone is truly themselves.”24 Alleen klinkt dit zinnetje plots als een dreigement. Dit is een zelf dat het individu niet heeft gedefinieerd, dat voor gebruikers wordt berekend “without ever asking them to themselves describe what they are or what they could become.”25 Het is een zelf waartoe we geen toegang hebben, maar dat wel wordt gebruikt om te voorspellen, te beïnvloeden, en uiteindelijk beperkingen op te leggen aan wie we kunnen zijn of worden. En het probleem, stelt Astra Taylor, gaat dieper dan het feit dat we binnen onze zogenaamde filterbubbels steeds meer van hetzelfde krijgen voorgeschoteld. Het probleem is dat we de filters niet zelf hebben ingesteld, dat we niet zelf hebben beslist wat we wel of niet te zien krijgen, dat we zelfs niet het minste inzicht hebben in de criteria en parameters die worden gehanteerd. “We are not purposefully retreating into our own distinct worlds, becoming more insular”, schrijft Taylor. “Instead, invisible filter bubbles are imposed on us.”26 Het idee is dat we langzaam ons eigen profiel worden. We zijn de gevangene van onze eigen statistische dubbel.
Deze wereld valt moeilijk te rijmen met de principes die aan de basis liggen van het forum. Is een ontmoeting van autonome individuen nog mogelijk wanneer we allemaal gereduceerd zijn tot een aggregaat van data? Kan er zich in digitale omgevingen waar we, aldus Taylor, allemaal gesegmenteerd worden “into an audience of one and steered accordingly”,27 nog een gemeenschap vormen? Hoe kan het forum overleven, in de woorden van Kate Wagner, “in an era where involuntary data mining, as opposed to voluntary participation, is king”?28
Het forum vormt in theorie de perfecte omgeving om egalitaire, democratische principes te laten floreren, omdat het ontmoeting, discussie en vrije uitwisseling van informatie tussen mensen van over de heel wereld mogelijk maakt. Maar natuurlijk heeft het anonieme internet altijd ook een schaduwzijde gekend. Anonimiteit werkt bevrijdend, ook voor de minder fraaie impulsen van de samenleving, die in de duistere uithoeken van het internet straffeloos ontketend kunnen worden en daar vervolgens jarenlang gisten.
Even terug naar de thread van dropbeats.notbombs, waar SayonaraSamm op een bepaald moment zegt, “TSR Detectives, I salute your. Your work is second only to 4chan.” Een twijfelachtige eer, nu nog meer dan in 2011. De gebruikers van 4chan, en dan vooral van het ‘Random’ subboard dat de naam /b/ draagt, zijn niet alleen de meest efficiënte amateurdetectives van het internet, maar ook de meest beruchte. 4chan staat onder andere bekend voor het opsporen en doxxen van vrouwen – soms omdat ze iets hebben gezegd dat /b/ niet aanstaat, soms zonder aantoonbare reden of, zoals het gezegde gaat, ‘for the lulz’ – om hen vervolgens te overspoelen met de meest afgrijselijke dreigementen en haatberichten. Angela Nagle, die 4chan heeft bestudeerd in een poging de opkomst van de alt-rightbeweging te verklaren, beschrijft onder andere de collectieve haatcampagne tegen de elfjarige Jessi Slaughter in 2010.29 De pesterijen begonnen op de roddelwebsite StickyDrama, naar aanleiding van een gerucht dat Jessi een relatie had met de toen 25-jarige muzikant Dahvie Vanity. Jessi reageerde door een reeks video’s te posten waarin ze de pestkoppen afwisselend uitschold en smeekte om haar met rust te laten. Een van de filmpjes, waarin haar woedende vader plots het beeld binnenwandelde en dreigde de “cyber police” te bellen, belandde uiteindelijk op /b/, waarna ook 4chan zich op Jessi stortte.30 Nadat gebruikers haar echte naam, adres en telefoonnummer te pakken hadden gekregen, vielen ze haar onophoudelijk lastig en spoorden ze haar zelfs aan om zelfmoord te plegen. De vergelijking met de detectives van 4chan is extra sinister in de context van deze thread, waarin een jongen zijn verlangen uitspreekt naar een meisje wier posts hij blijkbaar al een tijdje volgt zonder zich ooit aan haar kenbaar te hebben gemaakt. Het is niet extreem vergezocht om creepy stalker-vibes te lezen in de OP – iets waarvan dropbeats.notbombs zich overigens bewust toont wanneer hij zijn angst uitspreekt om over te komen als “a bit of a serial killer”. En hoewel de context hier relatief onschuldig is, valt niet te ontkennen dat de alom geprezen TSR-detectives lechaton-x hebben ontmaskerd als het meisje waarover de OP het had – of zij zich nu comfortabel voelde bij dit soort aandacht of niet. De gebruikers van TSR zijn over het algemeen onschadelijk, maar niettemin schemert hier en daar het bewustzijn door dat er aan dit alles ook een potentieel gevaarlijke kant zit. Wanneer lechaton-x aangeeft dat ze naar een andere winkel zal gaan als OP een “weirdo” blijkt te zijn, antwoordt History-Student: “Never thought TSR would actually affect someone’s real life. That must suck.” ‘Sucken’ deed het zeker voor de slachtoffers van doxxing of intimidatie door leden van /b/, bij wie de online wereld op vaak traumatiserende wijze in hun ‘echte’ leven is binnengedrongen. Niemand weet dit beter dan de slachtoffers van de Gamergate-controverse.
Gamergate, dat losbarstte in 2014 en meerdere maanden duurde, was een ongemeen wrede pestcampagne tegen enkele vrouwelijke ontwikkelaars en recensenten van videogames. Een van hen, Anita Sarkeesian, had een reeks video’s op YouTube gezet waarin ze videogames analyseerde en bekritiseerde vanuit feministische hoek, en werd als gevolg het mikpunt van de woede van misogyne gamers. Ze onderging, schrijft Nagle, “years of jaw-droppingly dark and disturbing personal abuse”, niet van een paar enkelingen maar van honderden, duizenden mensen.31 Naast een lawine aan haatberichten en ranzige online commentaren (“I’ll rape you and put your head on a stick”, “It would be funny if five guys raped her right now” en “I violently masturbate to your face” zijn enkele voorbeelden die Nagle aanhaalt),32 werd ook haar Wikipedia-pagina gevandaliseerd met pornografische beelden, werden haar accounts op sociale media massaal gerapporteerd als spam of terrorisme, en waren er pogingen om haar e-mailaccount en website te hacken. De publieke vernedering was totaal: “[p]ornographic images of her being raped by video game characters were created”, en iemand maakte zelfs een videospel “in which players could punch Anita’s face until it was bloodied and bruised, and her eyes blackened and swollen.”33
De Gamergate-controverse was volgens Nagle een beslissend moment in 4chans evolutie naar wat het sindsdien is geworden: een plek die vandaag vooral wordt geassocieerd met de opkomst van de alt-right, met de kwade witte jonge mannen die Trump hebben helpen verkiezen, met racistische, seksistische en homofobe pestkoppen en online haatbrigades. Wat echter vaak vergeten wordt, is dat 4chan, en het op /b/ geboren hackerscollectief Anonymous, in 2011 veel ambiguer waren. Deze groepen waren destijds niet uitgesproken links of rechts en toonden zich net zo vaak goed- als kwaadaardig. Bovenal waren ze onvoorspelbaar. Ik kwam in die periode af en toe op /b/ en herinner me, naast memes, vrouwonvriendelijke praat en hardcore porno, ook een meisje dat foto’s had gepost van haar bont en blauw geslagen gezicht. /b/ schoot vrijwel meteen in actie en slaagde erin om, op basis van de omgeving die op de achtergrond van haar foto te zien was, te achterhalen wie ze was en waar ze woonde. Enkele uren nadat ze de foto had gepost, hadden ze haar gewelddadige vriend aangegeven bij de politie. De gebruikers van /b/ zetten hun detectiveskills net zo goed in om het adres van een eenzame oude man te achterhalen om hem taarten te kunnen opsturen voor zijn verjaardag, of om de dierenbescherming af te sturen op kattenmishandelaars, als om een elfjarig meisje te intimideren en traumatiseren. Zoals Nagle zegt: “[t]he culture of 4chan, Anonymous etc., in the pre-gamergate days… could have gone another way.”34 Sommige leden van de vroege incarnatie van Anonymous waren bijvoorbeeld beïnvloed door “the libertarian left [which] had its own pro-hacker, pro-computer geek, Internet-centric political tradition”.35 Dat deze subcultuur vandaag vooral geassocieerd zou worden met een haatdragende, fascistische, extreemrechtse beweging, stond aan het begin van het afgelopen decennium geenszins in steen geschreven.
De lente van 2011, dezelfde periode waarin dropbeats.notbombs zich in zijn romantische vertwijfeling tot TSR richtte, kende de grootste heropflakkering van cyberutopisme sinds het uiteenspatten van de dotcombubbel. De Arabische Lente, de Occupy-beweging en de Spaanse Indignádos-protesten, schrijft Nagle, “were being attributed to the rise of social media and characterized as a new leaderless form of digital revolution”.36 Met acties als Operation Tunisia schaarde Anonymous zich achter deze bewegingen. De Guy Fawkes-maskers, een centraal symbool van Occupy Wall Street en de protesten op de Puerto del Sol, waren een directe verwijzing naar Anonymous. In die periode konden Anonymous en 4chan, hoe vreemd dat nu ook mag lijken, op veel enthousiasme rekenen van de linkerzijde van het politieke spectrum. Sociale media, anonieme fora en gepolitiseerde hackerscollectieven werden alom gevierd; zij zouden grenzen en afstanden tussen mensen slechten, leiden tot nieuwe vormen van collectieve organisatie en politiek activisme, komaf maken met hiërarchische structuren en nieuwe mogelijkheden bieden voor horizontale samenwerking en transparantie. Wel, uh, about that…
Het is bijna niet te geloven hoe snel dingen zijn veranderd tussen 2011 en 2016, toen de opiniestukken over de horror van de alt-right even dik gezaaid waren als de cyberutopische think pieces over Anonymous vijf jaar eerder. Misschien is het geen toeval dat ik, aan het gitzwarte einde van het vorige decennium, op zoek ging naar een thread die in mijn herinneringen onlosmakelijk is gelinkt aan het optimisme over de digitale revolutie die zich op hetzelfde moment overal ter wereld aan de horizon leek te bevinden.
Tegen een uur ’s nachts begint in de thread de hoopvolle, enthousiaste sfeer langzaam te verzuren. Het wantrouwen, dat tijdelijk was ondergesneeuwd door de opwinding die het verschijnen van lechaton-x met zich meebracht, steekt opnieuw de kop op, ditmaal in de vorm van een post van Sadian: “I don’t mean to be the sceptic or buzzkill but something seems fishy about this…” De account van OP, argumenteert hij, werd diezelfde dag pas aangemaakt, maar OP beweert dat zijn interactie met lechaton-x “doesn’t extend past the pos rep button.” OP kan haar echter helemaal geen positieve reputatiepunten hebben gegeven als hij geen account had. “This was all too appropriate”, besluit Sadian, “It just seems like it was set up.” De thread wordt inmiddels gedomineerd door laatkomers op het feest, die met commentaren als “Can’t believe I missed the height of the drama ” (username392981) hun spijt komen betuigen dat ze de actie hebben gemist. Maar is het wel voorbij? Of zijn we gewoon, zonder het te beseffen, terechtgekomen in een totaal andere plotlijn, een ander genre zelfs?
Om 09u53, in het koude harde daglicht, rakelt Motorbiker het idee terug op dat lechaton-x zelf achter dit alles zit: “She goes offline. OP comes online and makes thread and 8 posts or so in thread then leaves. She comes back online…” Om 13u18 doet Panda Vinnie, die de avond tevoren als eerste raadde dat OP het over lechaton-x had, er nog een schepje bovenop. OP, zegt hij, beweert dat hij op haar profiel heeft gezien dat haar school op tien minuten ligt van de winkel waar hij werkt – maar op lechaton-x’ profiel staat helemaal niet waar ze naar school gaat! Al is er voor deze inconsistentie mogelijk een andere, zij het veel verontrustendere, verklaring: “If OP was a true lurkering stalker that went on her profile often,” zegt krish.x, “he’d probably also stalk her public message conversations... She mentions her college in one of them... It may not be a troll. But if it’s not then OP’s level of fascination with her is beginning to scare me.” Opnieuw een vage allusie op de gevaren van het anonieme internet, en de “lurkering stalkers” en andere creeps die met name jonge meisjes zoals lechaton-x maar al te vaak tegenkomen in deze badlands. “That is scary indeed”, zegt Panda Vinnie. “Stalker alert ”.
Ergens in de nacht, kort voor de dageraad misschien, toen er enkele uren lang volledige stilte neerdaalde over de thread, is het schijnbaar onschuldige liefdesverhaal veranderd in een misdaadroman vol potentiële trollen en stalkers. Om kwart voor vier in de namiddag schept lechaton-x eindelijk duidelijkheid over welk verhaal dit precies is, en wie het heeft verteld. “I’m so so sorry”, zegt ze, “Can’t believe it took you 15 pages to twig though, guys. Poor effort TSR.” Een laatste narratief ontvouwt zich – een van shock, woede, verontwaardiging en teleurstelling, half gemeend en half gespeeld, bewust overdramatisch: “ So you trolled?!£^&%^&*%^*&^%&^£$%£$””££”?” !£”!£%”£$% ” (Ultimate1), “No...It can’t be......NOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOO! lol….Fail” (JollyJelly), “You were trolling…? I’m so dissapointed…” (thecookiemonster), enzoverder. Maar wat vooral opvalt is dat er, naast die boosheid en ontgoocheling, ook vrijwel meteen iets anders doorschemert. Sommigen laten, al dan niet met enige tegenzin, hun appreciatie of zelfs bewondering blijken. “Upon lechaton’s admission of trolling,” zegt Panda Vinnie, “the real question has now become if she was actually trolling...or is it a way of taking credit for one of the best trolls in TSR history.” Niet alleen introduceert hij nog een extra dubbele bodem – doet lechaton-x alsof ze heeft gedaan alsof ze een jongen was die een crush had op lechaton-x? The mind boggles – maar, wat misschien betekenisvoller is, hij geeft ook toe dat dit een geslaagde troll thread was. Uiteindelijk lijkt het gevoel van waardering voor lechaton-x, die de kunstvorm van het trollen goed genoeg beheerst om iedereen, op een paar sceptische enkelingen na, in de waan te laten, te overheersen. Mensen hebben zich gewillig, en in de meeste gevallen wellicht tegen beter weten in, laten meeslepen. Het was een goed verhaal en ze beleefden er plezier aan. Waarom niet?
De beelvorming rond de internettrol heeft in de afgelopen jaren een evolutie doorgemaakt, deels door de opkomst van de alt-right, deels door het doorsijpelen van een soms behoorlijk hermetisch en zelfreferentieel online jargon en referentiekader naar een bredere publiek dat nooit actief heeft deelgenomen aan de cultuur die in de loop van de afgelopen twintig jaar op het anonieme internet is gegroeid – een ontwikkeling die op haar beurt een gevolg was van de media-aandacht voor de rol die de alt-right had gespeeld in de verkiezing van Donald Trump. De trol lijkt in de collectieve verbeelding een zeer duistere, nogal eendimensionale figuur te zijn geworden. Wanneer ik de term tegenwoordig tegenkom in de krant, wordt hij bijna altijd gebruikt om iemand te omschrijven die haat verspreidt, mensen uitscheldt, cyberpest of intimideert en zich daarbij bedient van een racistisch, misogyn, homofoob of anderszins discriminerend discours.
Dit is echter niet de oorspronkelijke betekenis van de term. Voorgenoemde acties kunnen deel uitmaken van het repertoire van de trol zoals die aanvankelijk werd gedefinieerd, maar zijn niet essentieel, en omgekeerd laat niet iedere trol zich op deze manier typeren. De trol is in de eerste plaats iemand die zich voordoet als iemand anders, die met opzet domme vragen stelt of uitspraken doet waar hij niet per se zelf achterstaat. Wat de trol zelf al dan niet gelooft, maakt in feite niet uit; waar het om draait is dat alles wat hij zegt of doet in functie staat van zijn enige doel: een reactie uitlokken. Dit gegeven – dat de ‘echte’ meningen of ideologie van de trol irrelevant zijn, dat hij om het even wat zal zeggen om bepaalde emoties of reacties los te weken – is cruciaal. Iemand die mensen uitscheldt op Twitter of die racistische haatberichten verstuurt, is niet per se een trol (al is hij hoe dan ook een douchebag). Natuurlijk bevat de alt-rightbeweging veel trollen die ook extreemrechts, misogyn en algemeen haatdragend zijn; het is dan ook niet meer dan logisch dat net die figuren zozeer in het oog springen dat zij de invulling van het begrip volledig zijn gaan bepalen. Maar iets is niettemin verloren gegaan bij de vertaling van de term van het anonieme web, eerst naar het gedeanonimiseerde internet van sociale media en uiteindelijk naar het bredere maatschappelijke discours. De figuur van de trol had een zekere complexiteit die dreigt te worden uitgevlakt. De trol, zeker op het anonieme internet, was en is niet altijd kwaadaardig of gemeen. Er zijn ook slimme, creatieve trollen, die er niet zozeer op uit zijn om mensen te kwetsen of beledigen, maar om hen voor de gek te houden, op hun paard te krijgen of zelfs aan het denken te zetten. Sommigen beschouwen zichzelf eerder als een soort artiest die opereert in de traditie van de ‘trickster’ – een figuur uit de mythologie en folklore die zijn intellect gebruikt om anderen beet te nemen of te slim af te zijn middels sluwe listen, en die daarbij meestal een of andere sociale conventie doorbreekt. Voorbeelden zijn Reinaert de vos, Anansi de spin, de Noorse god Loki en Odysseus.
Nagle verwijst naar een artikel in Esquire waarin naast de notoire extreemrechtse trol weev ook Jaime Cochrane wordt geïnterviewd, “a softly spoken transgender troll from the group Rustle League” (zo genoemd omdat, aldus Cochrane, “that’s what trolling is, it’s rustling people’s jimmies”).37 Cochrane deelt haar kijk op wat het precies is dat trollen doen. “It’s not bullying”, zegt ze, “it’s satirical performance art.”38 Ze stipt het belangrijke onderscheid aan tussen trollen en “[c]yberbullies who drive teenagers to suicide”.39 Die eerste groep situeert ze in een traditie van “aggressive rhetoric”, die ze traceert tot Socrates, Loki en zelfs… Jezus?40 Wat zij probeert te doen, zegt ze, is “to provoke people into revealing their true nature”.41 Hoewel ik niet 100% overtuigd ben van de onzelfzuchtige, humanistische motivaties die deze hoogdravende retoriek impliceert, vind ik haar omschrijving van trolling als een vorm van performancekunst interessant. Het is binnen die traditie dat ik lechaton-x situeer. Haar troll thread was grappig en inventief, en had een narratieve flair die ervoor zorgde dat iedereen zich maar al te graag liet bedotten. Haar thread speelde in op een schijnbaar urgent verlangen naar gemeenschap, naar het creëren van en opgaan in een gezamenlijk narratief, naar de spanning en sensatie van het collectief oplossen van een mysterie. In die zin heeft lechaton-x misschien wel mensen uitgedaagd om hun ware aard, of op zijn minst hun verlangens, de leemtes in hun avond, hun gevoelens van verveling of eenzaamheid, te onthullen en te delen met anderen. Buiten het anonieme internet, in de gladde, uniforme wereld van onze filterbubbels, waar iedereen onlosmakelijk vastgeketend is aan haar eigen identiteit, zou dit onmogelijk zijn geweest.
Na een explosieve finale is de serie “I saw someone from TSR at work” nu definitief afgelopen. De laatste post is van dirtyoldriver, om 16u39: “I’m so fricken dissapointed this isn’t real”. Kort daarna wordt de thread afgesloten door de moderators. Voorlopig staat hij nog steeds online, al kan dat van de ene dag op de andere veranderen, zoals velen die in het afgelopen jaar nog eens naar hun oude MySpace-profiel wilden gaan kijken, maar al te goed weten. In maart 2019 werd een groot deel van alle inhoud die voor 2016 werd gepost op de site (die intussen al enkele keren van eigenaar was veranderd) per ongeluk en onherroepelijk gewist – inclusief conversaties, foto’s en de muziek van artiesten als Lily Allen en Arctic Monkeys, wier carrière op MySpace begon.42 Alles wat op het internet staat, hoe stabiel het op een bepaald moment ook mag lijken, is gebouwd op drijfzand. Een paar keer heb ik het punt gestaan om, zoals Almonds are good suggereerde, de hele thread op te slaan. Maar ik kan me er niet toe brengen. Hij hoort thuis op het internet, in het wild, niet opgesloten op een harde schijf.
En wat gebeurde er daarna? TheOFactors opmerking “screw William & Kate, this has got potential to be the most hyped and publicised wedding of the decade!” ten spijt, was heel TSR twee dagen later in de ban van het koninklijke huwelijk, niet van de eerste date van lechaton-x en dropbeats.notbombs. Hoe het afliep met Occupy, de Arabische Lente en 4chan weten we allemaal. Dat het appartement waarin ik destijds woonde nu op Airbnb staat voor €85/nacht, mag niemand verbazen. Tot slot beëindigde ik, een tweetal weken na de gebeurtenissen op TSR, eindelijk mijn futloze en eerlijk gezegd doodgeboren relatieoïde onder het waakzame oog van de opgezette olifant in Kelvingrove Museum, nadat we samen heel de Egyptische collectie hadden bekeken terwijl ik wanhopig op zoek was naar de juiste woorden. “how to dump my boyfriend”, had ik gegoogeld, en de website waarop ik terechtkwam had me aangeraden om met hem af te spreken in een museum. Geloof niets van wat het internet je wijsmaakt: dat had ik inmiddels al wel moeten weten.